De kapot beconcurreerde Udense veemarkt wordt nieuw leven ingeblazen. Met slimme samenwerking weet Uden de ‘Veemarkt 2.0’ van de grond te krijgen.
Met de vestiging van V&D kon het Udense centrum volgens wethouder Peerenboom in 2015 de concurrentie aan met steden als Nijmegen, Den Bosch en Eindhoven. Het leverde hem de reactie ‘grootheidswaanzin’ op. Concurrerend werd Uden niet. V&D is gesloten en regionaal blijkt alleen met de Osse binnenstad een zeker spanningsveld te bestaan. Waarom concurrerend willen zijn, als je beperkte invloed hebt?
In 1940 pakt Uden het heel anders aan. Op 8 juli wordt de ‘veemarkt 2.0’ opgericht. Niet door concurrentie, maar door samenwerking. Uden is vanouds bekend om haar veemarkten. Publiek komt van heinde en verre. Ook de winkeliers plukken de vruchten. Maar rond de eeuwwisseling verandert er veel. De concurrentie van de Bossche veemarkt is moordend. Betere verbindingen lokken kooplui naar de provinciale hoofdstad. De uitbraak van mond-en-klauwzeer stopt de aanvoer van vee naar Uden. De al kwijnende Udense markt houdt op te bestaan.
In 1940, amper een maand na aanvang van de bezetting, keert het tij. Er zijn problemen met de veetransporten. Het is bijna onmogelijk om de beesten naar Den Bosch te krijgen. De gemeente Uden ruikt haar kans om de “Udensche veemarkt weer een plaats onder de anderen te doen innemen”. Want “met enigen goeden wil der omliggende afdelingen zou dit toch heus wel mogelijk zijn”. Ze richt haar pijlen met een propaganda-actie op de boerenbonden in de buurdorpen. Met name de Veghelse boerenbond ondersteunt tot groot genoegen openlijk het Udense initiatief. Zij verwacht een win-winsituatie. Kooplieden hebben toegezegd te zullen komen, als er voldoende aanbod is. De boerenbonden roepen daarom doelgericht hun leden op naar de veemarkt te komen.
De loods van de ATO-buslijn kan als overdekte markthal dienen. Onnodig volgens de horeca. Cafés rond het marktveld bieden gratis stalling voor het vee aan. Coöperatief slaat men de handen ineen om de Veemarkt 2.0 vorm te geven. Het aanbod? Nuchtere kalveren, varkens, slachtvee en een goede borrel. De editie 2.0 op het marktveld wordt een succes. De coöperatie blijft nog jaren een beproefd concept. Succesvol, maar ingetogen. Niemand heeft beweerd dat de Udense veemarkt kan concurreren met Den Bosch.
Cor van den Broek. (Bruukske)
zei op 15 november 2017 om 16:49
Ook de middenstand deed goede zaken, mede dankzij de weekmarkt.
Zoals Tummeske Verhoeven, geboren op 8 oktober 1843 op Bedaf, gestorven op 23 mei 1925, die bezat eind 19e, begin 20e eeuw de gehele noordzijde van de Udense markt.
Hij verkocht kolen en had hij ook een kroeg met daarnaast stallen.
D'n handel werd vaak beklonken met een borreltje bij Tummeske aan de bar.
Mocht het zo zijn dat de boer zijn levende haven niet verkopen kon dan werden ze bij Tummeske op stal gezet, die het dan verzorgden tot de volgende weekmarkt.
Het zakelijke zit bij Verhoeven in de gene, in 1955 opende kleinzoon Arnold Verhoeven samen met zijn vrouw Addy, een dansschool, annex café aan de markt, waar achterkleinzoon Robert nu een hotel, restaurant met verve bestierd.
Rini.
zei op 15 november 2017 om 22:06
Ik heb me nooit verdiept in de politiek maar V&D moest er, hoe dan ook komen, jammer ging het ten koste van het Historisch pand van van Oers.
Ja, ‘grootheidswaanzin’ ik genoot toen ik hoorde dat het
warenhuisketen failliet ging, met de eerste roltrappen in Uden
werd me vertelt.
Met de vestiging van V&D kon het Udense centrum volgens wethouder Peerenboom in 2015 de concurrentie aan met steden als Nijmegen, Den Bosch en Eindhoven. Het leverde hem de reactie ‘grootheidswaanzin’ op. Concurrerend werd Uden niet. V&D is gesloten en regionaal blijkt alleen met de Osse binnenstad een zeker spanningsveld te bestaan. Waarom concurrerend willen zijn, als je beperkte invloed hebt?
