
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Van 1824 tot 1840 was Samuel schoolmeester en koster geweest, maar die functie was hij gedeeltelijk door eigen schuld en gedeeltelijk door bemoeiingen van het rooms katholieke gemeentebestuur kwijtgeraakt.
Daarna werd hij landbouwer op een boerenwoning die zwaar belast was met schulden. Aan de Maatschappij van Welstand vroeg hij steun. Daar vreesde men dat het niet verlenen van steun er hoogstwaarschijnlijk toe zou leiden dat Samuel met vrouw en kinderen de protestantse gemeenschap zou verlaten.
De Maatschappij kende wellicht het voorbeeld van een zekere Kommer Bontekoe, wiens kinderen allemaal door roomse geestelijken werden aangenomen en tot proseliet (=bekeerling) gemaakt. De “proselietenjagers” die kennis hadden van de armoede van een gezin wisten ook de ouders met alle kinderen tot zich te lokken.
Maar toch werd steun aan Lamm afgewezen, vanwege zijn gedrag. Ondersteuning zou niet aan hem besteed zijn. In 1843 vroeg Samuel opnieuw ondersteuning, hij was inmiddels tot bittere armoede vervallen.
Opnieuw werd de steun afgewezen, aangezien de man een liederlijk gedrag vertoonde. Samuel Lamm was door de weigering voor ondersteuning helemaal doorgeslagen en had zich opnieuw aan verregaande dronkenschap schuldig gemaakt.
Twee jaar later doet men opnieuw een beroep op de Maatschappij van Welstand: inmiddels is op Samuel zijn gedrag niets meer aan te merken. Toch weigert de Maatschappij hem te helpen. Bij het overlijden van zijn schoonmoeder in 1854 geeft hij als beroep op herbergier te zijn. Samuel is overleden op 29 oktober 1880, zijn vrouw op 8 januari 1885.
Toch was Samuel zijn carrière mooi begonnen: al op vrij jonge leeftijd moet hij in dienst zijn geweest. Op 8 oktober 1812 werd hij benoemd tot korporaal en op 27 april 1814 werd hij aangenomen bij het 2e regiment infanterie als remplaçant voor Lodewijk Krommeling van Valkenswaard. In 1815 maakte hij de veldtocht in Frankrijk mee, en hieraan dankte hij zijn onderscheiding, het Zilveren Herdenkingskruis 1813-1815.
Deze onderscheiding werd ingesteld door Koning Willem III bij Koninklijk Besluit van 10 mei 1865, nr. 32. Het ereteken bestond uit een zilveren kruis met vijf armen, met op de ene zijde in het midden 1813 en op de andere zijde 1815. Op de foto draagt Samuel het kruis met trots op zijn revers.
Samuel werd sergeant op 6 juni 1817 en verliet de dienst met paspoort op 16 april 1819, het jaar waarin hij trouwde met Petronella Arend. Dat Samuel waarschijnlijk geen makkelijk karakter had, is wellicht ook af te leiden uit het familiegezegde over dit huwelijk: “Arend was een lam en Lamm een arend.”