
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zo merkte het Boxmeers Weekblad van 5 juni 1920 op dat circa 160 morgen land verloren zou gaan: “Niet alleen de groote boeren, maar ook de kleine man die hier jaarlijks zijn voorraad hooi opdoet voor den winter, zal er de dupe van worden. Al mag het Rijk den eigenaren de onteigende perceelen op roijale wijze uitbetalen, daarmede is er nog geen gras en hooi in de plaats. En hieraan zal behoefte komen”.
Maar het grotere belang van een gecontroleerde rivier veegde deze bezwaren van de baan. In 1929 werd het stuw- en sluiscomplex bij Sambeek in gebruik genomen. Als regenrivier is de Maas voor haar waterstand sterk afhankelijk van de neerslag. Om in droge tijden de minimale vaardiepte van drie meter te kunnen handhaven, werden er zes stuwen in de rivier gebouwd. Die stuwen kwamen bij Borgharen, Linne, Roermond, Belfeld (allemaal in Limburg), Sambeek en Grave. Tussen 1932 en 1936 kwam daar nog de stuw bij Lith bij.
Van Borgharen tot en met Sambeek zijn de stuwen allemaal volgens hetzelfde principe gebouwd. De stuw bestaat uit twee onderdelen. Eén deel is gebouwd volgens het Poirée-systeem, het andere is voorzien van zogenaamde Stoney-schuiven. De Poirée-stuw bestaat uit 13 openingen van 4,85 m tussen jukken. In iedere opening kunnen drie schotten van 1,56m boven elkaar worden geplaatst. Bij een waterafvoer van de Maas van minder dan 200 m3 is de Poirée-stuw helemaal gesloten en wordt het peil verder geregeld met de Stoney-schuiven, in twee doorstroomopeningen van 17 meter.
Is de waterafvoer tussen de 200 m3 en 1070 m3, dan worden er zoveel schotten verwijderd dat peilbeheersing zo lang mogelijk met de regelschuiven gedaan kan worden. Bij een afvoer van meer dan 1070 m3 zijn alle schotten verwijderd en worden de jukken plat op de rivierbodem neergelaten. De Stoney-schuiven zijn dan helemaal opgetrokken en de scheepvaart hoeft geen gebruik te maken van de sluis.
Dat moet natuurlijk wél als de stuw in werking is. Dan moet er geschut worden. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de binnenscheepvaart enorm. In 1953 passeerden al 60.398 schepen de sluis bij Sambeek. Dat had lange wachttijden als gevolg en daarom werd het complex in de jaren 1964-1968 uitgebreid met twee kleinere kolken van 142 meter.
De komst van grotere binnenvaartschepen (met een lengte van 190 meter en een diepgang van 3,50 meter) noodzaakten Rijkswaterstaat tot aanpassing van de drie sluizen. De twee ‘kleine’ sluizen kregen in 2011-2012 nieuwe deuren, bewegingswerken en aandrijvingen. En van de lange sluis, met een kolk van 260 meter lengte, worden de hoofden in 2013 verbreed van 14 naar 16 meter. Verder worden de drempels en bodems verdiept en de kolkwanden verhoogd.