
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Bij hem thuis woonde ook zijn 87-jarige moeder die het af en toe ook moest ontgelden als hij dronken thuis kwam. Zo ook op de avond van 21 augustus 1837 toen hij het oudje zonder enige reden afranselde met zijn vuisten en voeten. Als gevolg daarvan liet zij uit angst haar ontlasting lopen, waarop hij reageerde met de woorden “oude canaille, oud beest, denkt gij dat ik van uwen stront opgevreten wil zijn”.
Bevreesde omwonenden die kennis namen van het tafereel ontbrak het aan moed haar te helpen. Een dag later vroeg hij de buren bij haar lijk om hulp, erop zinspelend dat zij als gevolg van een ingestort muurtje was omgekomen. Zij weigerden die, omdat zij wel wisten dat hij haar met geweld had gedood. Een lijkschouwing liet zien dat zij door agressie om het leven was gekomen. Koenen gaf aan dat hij dronken was geweest en niet meer wist wat hij had gedaan. Iedereen was over deze gruwelijke daad ontdaan, zelfs zijn advocaat sprak zijn afschuw uit, maar gooide het op “eene volslagene dierlijke dronkenschap”.
In deze tijd kon voor moord en doodslag nog de doodstraf worden opgelegd (die werd pas in 1870 afgeschaft) en dus kreeg hij op 22 december 1837 de uitspraak dat hij moest hangen. Een gratieverzoek werd zonder commentaar afgewezen en op 19 april 1838 ging het touw om zijn hals.
Foto: Achttiende-eeuwse boerderij Voortweg 8 in Groeningen, 1964. Fotograaf: Dukker. BHIC, fotonr. GRO0009. Bron: Collectie Rijksdienst Cultureel Erfgoed.