Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Naar aanleiding van het verhaaltje Het mysterie van Esch kregen we via verschillende kanalen informatie aangeboden. Onder andere van de heer Smies, die van 1970 tot 1996 directeur van de stichting Zonnewende is geweest.
Het verhaal van Zonnewende begint bij Annechien Sillevis, doorgaans aangeduid als mevrouw dra. Sillevis (hierboven links op de linkerfoto). Deze Haagse dame (geboren op 6 november 1880) treedt in 1910 in het huwelijk met Pieter Hendrik van Reedt-Dortland. Een minzame, doortastende en zakelijke vrouw met een flinke wilskracht en doorzettingsvermogen; zo wordt zij getypeerd in de herdenkingboekjes die naar aanleiding van het vijftig- en zestigjarige bestaan van Zonnewende zijn verschenen. Zij overlijdt op 11 juli 1960 in Den Bosch, “als het ware in het harnas”, zo lezen we terug.
Haar doorzettingsvermogen wordt meerdere malen op de proef gesteld, het sterkst als in 1941 haar man overlijdt, met wie zij samen het kamp leidt. Maar mevrouw Van Reedt-Dortland gaat door met het voortzetten van haar droom: een sober jeugdcentrum voor werkweken. Aanvankelijk onder de naam Zegenwerp, het latere schoolbuitenverblijf Zonnewende.
Dat we op de foto studenten van de Dalton HBS uit Den Haag zien, wordt duidelijk als we meer lezen over de achtergrond van mevrouw Van Reedt-Dortland: geruime tijd is zij lerares wis- en natuurkunde op deze zelfde Haagse school geweest. Met deze connecties gaat zij aan de slag: het bouwen van houten barakken met geringe voorzieningen. Geen elektriciteit of waterleiding maar een sober verblijf op ‘padvindersgrondslag’. Dat de stichteres deze voorziening zuinig beheert, is niet heel verwonderlijk want alles bekostigt zij op dat moment uit eigen kapitaal.
Zij leidt de kampen met strenge hand en zorgt ervoor dat de boel schoon wordt gehouden en dat er geen eten wordt verspild. Dat blijkt sowieso een gevoelige kwestie: mevrouw Van Reedt-Dortland vindt dat de jeugd best wat minder kan eten, of op z’n minst boterhammen zonder beleg. In het jubileumboekje lezen we hoe zij voor elke broodmaaltijd met een worst onder haar arm vanuit haar woning het juiste aantal plakjes worst komt afsnijden; twee plakjes per persoon. Na de oorlog wordt wel duidelijk dat er iets meer luxe wordt verwacht en er verschijnt een stenen gebouw. Nog voor haar dood in 1960 wordt de basis gelegd voor verdere aanpassingen.
Het is duidelijk dat zonder deze kordate dame het verblijf nooit van de grond was gekomen, ook al blijkt ook dat zij het moeilijk vindt om leiding uit handen te geven. Tot haar dood blijft zij voorzitter, en lange tijd is zij ook secretaris en penningmeester. Maar door haar volhardendheid legt zij de basis voor de latere groepsaccommodatie. Want steeds vaker komen er niet langer uitsluitend scholieren maar ook andere groepen, onder meer uit het bedrijfsleven, en ook muziek-, kerkelijke en sportgroepen, vakantiejeugdwerk en gehandicapten. In de jaren negentig – zo lezen we - worden er jaarlijks 9000 bezoekers ontvangen. Het jubileumboekje van het vijftigjarig bestaan sluit af met: “De tijd van de strozak, de waterpomp en het eenvoudige wasbakje is voorbij. Steeds andere eisen worden gesteld. Het zal niet eenvoudig zijn daaraan te blijven beantwoorden.”
In 1942 ging mevrouw Sillevis aan de Esscheweg in Sint-Michielsgestel wonen. Ze begon percelen grond rond en achter haar villa te kopen en zo ontstond naast Zegenwerp in Boxtel het Schoolbuiten Zonnewende, waarover hierboven al het nodige gezegd is.
Jef van Veldhoven heeft een aantal zogenaamde Kampboeken mogen fotograferen, waarin docenten en leerlingen van bezoekende scholen blijken van waardering voor het verblijf achterlieten: tekeningen, week- en dagprogramma's, rijmpjes, foto's en nog veel meer. Het zijn vooral scholen uit de Randstad, zoals bijvoorbeeld de Dalton-HBS, het gymnasium Haganum en het Maerlant Lyceum uit Den Haag; of het Rijnlands Lyceum uit Wassenaar en de Montessori ULO en de Oranje Vrijstaatschool uit Amsterdam.
Zo is er een boek over het Zomerkamp Zegenwerp 1943-1947; Zegenwerp 1948-1950 en het Schoolbuiten Zonnewende 1950-1952. Een vierde album gaat over het Streekkundeboek Gemeentelijk Lyceum voor meisjes Amsterdam 1943.
Op de filmbank van het Haagse Gemeentarchief zijn twee films te zien over de kampweek van het gymnasium Haganum in 1941. Bekijk hier deel 1 en hier deel 2.