Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het boekje is van ‘dienstplichtige soldaat’ Josephus Hendriks, geboren op 29 januari 1897 in Rijkevoort. Hendriks is een ongetrouwde boer van 1 meter 68. “Merkbare teekenen: Geene”, staat er bij de Aanteekeningen. Het uiterlijk van deze Hendriks blijft hiermee gissen, maar we maken wel veel andere zaken op uit zijn boekje.
Het zakboekje maakt namelijk onderdeel uit van de uitrusting van de dienstplichtige soldaten. Naast het Handboek voor de Soldaat wordt ook dit zakboekje verstrekt; bedoeld voor de periode als de dienstplichtige niet meer in dienst hoeft te zijn maar dan met ‘groot verlof’ gaat. “Alle tot mobilisatiekleeding en -uitrusting behoorende voorwerpen, welke bij vertrek met groot verlof door den dienstplichtige worden medegenomen, worden in den daartoe bestemden staat in het zakboekje aangeteekend.”
Hendriks behoort – zo lezen we - tot het 11de Regiment Infanterie. Hij is op 3 februari 1917 ingelijfd als dienstplichtige uit Beugen en Rijkevoort, onder lotingsnummer 8. Op 1 oktober 1919 mag hij op groot verlof. ‘Demobilisatie’ staat er in het klein bijgeschreven. Op 21 oktober 1932 mag hij zijn kleding en uitrusting weer inleveren. Dat betekent dat naast het paar beenwindsels, de overjas en de (korte) pantalon er ook één onderbroek wordt teruggegeven. Het eetketeltje en de spijslepel gaan eveneens terug naar defensie.
Verderop in het boekje staan de ‘artikelen der dienstplichtigen’. Nauwkeurig staat omschreven wat een soldaat behoort te doen, zoals komen opdagen als je wordt opgeroepen, je kleding in goede staat houden en je juiste adres aan de burgemeester doorgeven. Mocht je je aan deze of andere gestelde regels niet houden, dan kun je voor ten hoogste 14 dagen worden vastgezet of je moet 150 gulden dokken.
Daarna wordt het Wetboek van Militair Strafrecht dunnetjes uit de doeken gedaan, gevolgd door regels over ‘opkomst met spoed’. ‘Een ieder behoort doordrongen te zijn van het besef dat, bij opkomst met spoed, de ernst der tijden minder dan ooit toelaat, dat hij zich luidruchtig gedraagt, terwijl gebruik van sterken drank geheel moet worden nagelaten.’ Voor de zekerheid is dat van de drank dik gedrukt.
De roze bonnen, helemaal achterin het boekje, voor vervoer bij opkomst met spoed, heeft J. Hendriks nooit gebruikt waaruit we afleiden dat hij niet meer onder de wapenen heeft hoeven komen. We vinden Josephus nog wel terug in het archief als dertigjarige bruidegom van de 26-jarige dienstmeid Mechelina Raijmakers. Het echtpaar verhuist later naar Wanroij.
Fragmenten uit het zakboekje vind je hieronder:
Met veel dank aan onderzoeker Wim Jaegers voor deze tip!