Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Van verre boeide mij het skelet aan constructies de uitbreiding van het museum. De aannemer zorgde voor bouw, de afwerking, het arbeidsintensieve lemen, werd aan vrijwilligers overgelaten. Na kennismaking werd ik door Diny Leijsen van het Kledingatelier middeleeuws aangekleed. De werkwijze, het ‘handenwerk’, werd ter plaatse toegelicht. Vanuit Zuid-Limburg werd in containers mix (á fl.550/ m³) aangevoerd, bestaande uit leem, kalk, koeienurine en tarwestro, waarvan de strolengte varieerde tot 30 cm.
De wanden van de gebouwen werden in vakken verdeeld. Een horizontaal 90 cm breed vak werd verticaal van 6 verticale wilgentenen voorzien (vitselwerk) en daarna verticaal dwars gevlochten met dunnere wilgentenen. Waarna het raamwerk,’vitselstek’ of ‘fitselstek’ genaamd, met leem werd gevuld. De stof is licht agressief en het is wenselijk tijdens de bewerking rubberhandschoenen te dragen.
Beginnend aan de binnenzijde van het vlechtwerk en werkend van onderen naar boven. Een klomp mengsel tussen beide handen stevig kneden en daarna met handen en vingers de stof in de openingen van het gevlochten vlechtwerk drukken. Het oppervlak werd ruw gelaten als hechting voor de tweede laag en daarna bedekt met een derde die laag en glad werd gestreken; leem is herbruikbaar.
Het ureum van de koeienurine gaat een chemische verbinding aan met de kalk, daardoor wordt de wand waterafstotend. Na afloop heeft de wand een dikte tussen 13 en 15 cm. Het afgebeelde model van de ’vitselstek’ laat voor een goede hechting de voorste ruwe laag zien, waarop de tweede laag en daarop een derde. Dat afwerkvlak wordt gladgestreken. Hoofdeigenschappen van leemstuc: vocht- en warmteregulerend, het biedt hiermee een thermische isolatie en in de zomer een behaaglijk binnenklimaat.
In tegenstelling van de prehistorie ontbreekt hier het grote dakoverstek. We herinneren ons van vroeger de afbeeldingen in missieverhalen van hutten met het grote overstek.
De vloeren in veestallen bestonden vroeger uit leem en dat voorkwam voor het vee hoefziektes. Sommige leemsoorten worden gebruikt in de cosmetica en de geneeskunst. Voorbeelden hiervan zijn de modderbaden, schoonheidsmaskers, maagpoeders, leemzalven etc.
Voor de spanten van kapconstructie is dennenhout gekozen, dat van de schil is ontdaan i.v.m. aantasting door schimmels en ongedierte. Op de spanten werden 3 cm dikke wilgentenen verticaal aangebracht en vastgebonden met dunne wilgentenen, waarop later het riet werd aangebracht. Ook hier het soepele buigbare Belgisch Rood.
De nok werd bedekt met omgekeerde graszoden, wortels naar boven, daarna beplant met sempervivum tectorem, ook huislook of donderbaard genoemd (naar de dondergod Donar). Volgens een oud volksgeloof hielp dat tegen blikseminslag. Vroeger werden daarvoor heideplaggen gebruikt, maar dat is niet meer toegestaan. Thuis hadden we huislook op het pannendak van de kippenkooi.
Leem vraagt een droogtijd van enige maanden. De verwerking stopt in de herfst, omdat het dan niet goed meer droogt.
Ondertussen was de aannemer alweer bezig met de bouw van het bootvormig huis. Maar dat leemwerk was voor de komende lente.
Na afloop klonk het: ’Letterlijk en figuurlijk, vakwerk!’
Op zaterdag 20 april 2002 werden de 'Middeleeuwen' feestelijk geopend door Erica Terpstra.
Foto's: Anneke Boonsta / Rini de Groot