Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Eerst werd de stam ruw vierkant gehakt, ‘kantrechten’ genoemd, te zien op de tekening van de zagers op de stelling, uit het boek Brabants Dorpsleven van Bernard van Dam. Daarna werd het bovenvlak gesmet, dat is voorzien van een slaglijn als leidraad voor de dikte van de planken. Bij het smetten werd boven het zaagvlak een draad gespannen die met krijt was behandeld, daarna opgetild en losgelaten, zodat op het zaagvlak een witte lijn achterbleef.
Eikenhout voor karvellingen was 10 cm dik. Vader noemde dat platen. Voor de naaf van het karrenwiel werd eveneens eikenhout gebruikt, hiervan werd thuis de boom op de benodigde lengte gezaagd. Tijdens de oorlogsjaren was eikenhout alleen leverbaar met een vergunning, zelfs om een boom bij zijn schoonmoeder te rooien was een vergunning nodig.
Voor het zagen werd de boom in de laagste stand van de stelling gelegd, daarna zig zag aan één kant naar boven getild, gebruikmakend van gaten in de staanders. Bij gebrek aan zo’n stelling wordt in de ontwikkelingslanden een put gegraven. Twee staanders zijn onderling met spieën aan elkaar verankerd en met beiteltekens gemerkt.
Vader leerde het zagen aan zijn vier oudste zoons. Zij beklommen de twee meter hoge zaagstelling. Martien: “zonder verdere afscherming hield je je vast aan de kraanzaag, staande op de te zagen boom van 4-6 meter lengte. De minimale ooghoogte was dan 3,5 meter, als tieners over kinderarbeid en hoogtevrees gesproken!
Je moest de zaag sturen op de aangebrachte lijn, op het eind werd de zaagsnee niet afgemaakt, de stelling was aan de achterzijde verlengd. De kraan- of stellingzaag had aan de onderzijde een afneembare handgreep.”
Vader trok de zaag naar beneden, de snijdende slag, om die daarna weer naar boven te drukken, staande achter een juten zak als afscherming tegen het zaagsel. De stelling stond meestal aan de straatzijde, achter de timmerwinkel was altijd wind. Enkele jaren geleden werd de zaagstelling uitgeleend voor een oude-ambachtendag op buurtschap Oventje in Zeeland. Toen vader het zaagwerk gade sloeg, bemerkte hij dat de kraanzaag niet over de gehele lengte gebruikt werd en gaf de opmerking: “zagers, de zaag is over de gehele lengte betaald!”
Op de foto ons Malle Janneke geladen met een eikenboom, geleverd door de Gebroeders Peters uit St.-Oedenrode. Op het meer dan 100 jaar oude werktuig zocht ik tevergeefs naar een jaartal en bracht er een nieuw kleurtje op aan. Na de oorlog zijn de zagen aan Br. Josef van Heeswijk, voormalig knecht bij vader, meegegeven toen hij als missionaris naar Oeganda vertrok. Daar had het gereedschap nog een toekomst.