
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
We gaan even terug naar het laatste kwart van de 19e eeuw en werpen een blik op de Verenigde Staten. Daar hebben kolonisten het grootste deel van het legendarische “Wilde Westen” in bezit genomen. In hun voetspoor volgen spoorwegmaatschappijen, die tienduizenden kilometers rails aanleggen, waarmee het onmetelijke land wordt ontsloten. De kolonisten gaan op grote schaal graan verbouwen op van nature al vruchtbare grond. Het is roofbouw, maar de productiekosten zijn minimaal. Supergoedkoop graan vindt vervolgens per trein en schip zijn weg richting Europa, waar de graanprijzen een fikse duikeling maken. Veevoer wordt daardoor goedkoper, zodat overal in de wereld de veestapel groeit. En dat heeft weer tot gevolg dat ook de prijzen van slachtvee en zuivel dalen.
Terug naar Nederland, dat tussen 1880 en 1900 als bijna enig West-Europees land de grenzen openhoudt voor goedkope invoer uit het buitenland. De agrarische sector betaalt het gelag in de vorm van een onvervalste landbouwcrisis, ook hier in de Maaskant. Veel boeren trekken naar de steden en worden fabrieksarbeider. Maar de sector herpakt zich. “Samenwerking” is het toverwoord: overal in het land worden boerenbonden opgericht. Zeker in Brabant gebeurt dat op christelijke – lees: katholieke – grondslag, waarvoor vooral de Norbertijner pater Gerlachus van den Elsen zich sterk maakt: de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB, 1896). Tijdens een congres in ’s-Hertogenbosch wordt betoogd dat anders “het socialisme, na de steden geëxploiteerd te hebben, zich zal begeven naar het platteland.”
Op 8 maart 1897 krijgt Huisseling een eigen afdeling van de boerenbond. Macharen en Nistelrode zijn eerder, maar daar hebben ze geen voorzitter zoals in Huisseling. Albertus van de Wiel is ook gemeentesecretaris en later burgemeester. In de 27 jaar van zijn voorzitterschap stijgt zijn ster binnen de NCB. Zo wordt hij in 1898 directeur van de Onderlinge Brandverzekering van de NCB, later tevens van de Hagelverzekering. Daarmee is hij een van de grondleggers van Interpolis! Vooral dankzij hem steekt Huisseling in agrarisch Brabant net even boven de rest uit!
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad