Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Sjaan was een mollige meid, niet groot van stuk, Sjef lang en geen gram vet te veel! Dat kon ook niet anders, want bezig zijn was zijn hobby. Daarom had hij al snel in zijn stal drie geiten, twee varkens, zestien konijnen en een hok met 20 kippen. Zelf werkte hij overdag op de steenoven en het voeren van het vee liet hij over aan Sjaan, die dat werk ook heel graag deed.
Al snel diende er een baby aan, maar na 7 maanden kreeg Sjaan een miskraam. In het jaar erna, in december, was Sjaan weer uitgeteld. Het was een strenge winter toen de baakster gewaarschuwd werd. Het ging vlot, de baby was aan de kleine kant omdat hij nog een beetje te vroeg was. Het kind moest goed warm gehouden worden, zei de baakster en ze besloten het in een wasmand achter onder de plattebuiskachel te zetten. Hier deed hij het goed en was in het voorjaar een gezonde baby geworden.
Dat het een mooi voorjaar was vond de pastoor ook en daarom nam hij zijn fiets en ging op huisbezoek bij Sjaan om te vragen of er al weer iets op komst was. Sjaan kon hem bij een bekske koffie geruststellen; de baby werd weer bijgeschreven als toekomstige parochiaan.
En zo ging het jaar na jaar, totdat de elfde op komst was. Ja, waarom niet? De kippen legden goed, de geiten gaven melk, elk jaar werd er een varken geslacht en van de andere kleingeld gemaakt. De konijnen werden goed afgenomen met de Kerst en met het inkomen van Sjef erbij konden ze goed rondkomen.
Het had gesneeuwd toen de baakster weer geroepen werd. Die zag al snel dat het deze keer niet goed ging, daarom moest de dokter erbij komen. Hij was op zijn klompen en had zijn pantoffels in zijn tas zitten. Terwijl Sjaan onderzocht werd nam de baakster de moor met warm water van de plattebuis, vulde er een teiltje mee zodat de dokter zijn handen kon wassen. De baby lag in stuitligging, maar omdat het de elfde was, ging het draaien gemakkelijk. “Gefeliciteerd, weer een flinke jongen,” zei hij en gaf het kind aan de baakster die hem ging verzorgen.
Nadat de dokter zijn handen gewassen had en zijn jas aangetrokken, ging hij nog even gedag zeggen. Op het moment dat hij weer bij de bedstee kwam wilde de baakster juist het sluitlaken aanleggen, maar gaf de dokter voorrang. “Sjaan ik ga weer vertrekken. Het allerbeste ermee en zie hem maar weer groot te krijgen.” Terwijl hij een hand gaf, zag hij iets wat hij niet normaal vond en vroeg: “Hoe komt het dat je navel zo bruin gekleurd is?” “Dat zal ik je vertellen dokter, als onze Sjef ‘s avonds naar bed gaat, kruipt hij altijd even bij me, dan slaapt hij goed! En dan legt hij daar even zijn pruimpje in, want roken doet hij niet!” Dit was die dag het elfde kind, maar er zijn er nog drie na gekomen!
Leentje, de kantinejuffrouw van de steenfabriek, vertelde met de kerstmiddag (in het vertrouwd) waarom Sjef die afgelopen zondagmiddag niet bij de doop van het kind was. “Ik heb het al zo dikwijls gezien,” zei hij, “en onze kinderen waren er toch bij! Ik zou voor de thee zorgen en voor mij was het de enigste veilige tijd om even bij de vrouw te liggen zonder risico te lopen dat er weer een kind bij zou komen!”