Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De 'Bambino' op de RAI in 1957, bezichtigd door de minister van VWS Algera. Deze auto-scooter zou vervaardigd worden door de NV Alweco te Veghel, welk bedrijf in 1958 geliquideerd werd. Achter minister Algera dhr. Albronda, directeur van de NV. |
“Een verrassend wagentje, dit melkblanke van het sterke fiberglas gemaakte sportkarretje, dat associaties opwekt met de meest dure en luxueuze Amerikaanse sportwagens”, schrijft de Maasbode in 1957 opgetogen. Het zou na de Spijker de eerste Nederlandse personenauto worden: de Bambino, vervaardigd in de fabriek van Henk Albronda. Aanvankelijk bedacht als driewieler, en met als liefkozende bijnaam: het rijdend ei.
Maar het publiek wil een meer volwassen uitvoering, mét vierde wiel. Dat komt er wel, maar te laat. Waar aanvankelijk vooral vrouwen weglopen met de Veghelse creatie, en autoliefhebbers smullen bij het zien van de Bambino Sport (een cabriolet met een 1-cilinder motor), komt de klad erin.
De fabriek kan de vraag niet aan, de werkomstandigheden zijn zwaar, technisch blijkt er nogal wat aan te rammelen en de prijs – drieduizend gulden - ligt te dicht bij die van ‘echte’ buitenlandse auto’s, als Fiat en Volkswagen. Wie zijn portemonnee trekt, kiest dan toch voor deze merken. Een roemloos eind van een rooskleurig begin. Ondanks de veelbelovende start haalt de Veghelse Bambino de volwassen leeftijd niet.