skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Verhalen rond het keetvuur 8: over het ijs naar huis

De ruige Biesbosch. Vele Hankenaren verdienden hier hun brood. Zij kozen voor de soms vele ontberingen van het werk in de grienden, de rietvelden of op de polder boven het duffe eenzijdige werk op de papierfabriek aan het Keizersveer. Het was hard werken om op zaterdag een loontje bij elkaar te hebben gesprokkeld. Maar alles beter dan de slavenarbeid tussen de muren van de papierfabriek.

In het vorige verhaal is verteld hoe de griendwerkers moeizaam op de Benedenste Jannezand beland waren, maar te werken viel er niet. Het vervolg vertelt hun terugtocht naar huis.

Ingesloten

Bron: Stichting Archief*Kring Hank
Bron: Stichting Archief*Kring Hank

Vroeg in de morgen ging de voorman naar het rietgors om te kijken of er alsnog wat gedaan kon worden. De kreek waar de keet stond was al helemaal dichtgevroren en de boten lagen vast. De oostenwind trok nog verder aan en voor het gevoel werd het nog kouder. In het rietgors had zich ijs gevormd, zodat er van snijden niets meer terecht kwam. Maar wat nu? Het was pas woensdag, wat moesten ze in godsnaam hier nog doen tot zaterdagmiddag? Terug in de keet hield hij een beraad met de ploeg. “Mannen we kunnen niet meer met de boot naar buiten om het Spijkerboor te bereiken. Het is ongekend hoeveel drijfijs er daar al is. Zo ver ik kon zien lag het Middengat van het Zand al dicht. We zitten als ratten in de val. Ik hoop voor ons allen dat het nu maar door blijft vriezen, zodat we hopelijk over het ijs ons dorp nog kunnen bereiken. We houden om beurten de wacht vannacht om het vuur aan te houden en morgen gaan we kijken of we het Middengat van het Zand over kunnen steken daar waar hij op zijn smalst is, tegenover de griendkeet die daar staat. In deze keet  kunnen we rusten om daarna de volgende oversteek naar Jannezand te maken. Maar nogmaals, het ijs is onberekenbaar en gevaarlijk.”

Vroeg in de morgen werd er gegeten. De mannen trokken alle  kleren aan die ze bij zich hadden. Stopten nog wat droog brood in hun zakken en gingen rond de tafel zitten om te beraadslagen. Gerrit zei: “Mannen wat we nu gaan doen is heel gevaarlijk, maar we hebben geen keus, morgen is onze voorraad zo goed als op. Het is hier blijven en sterven van de honger of proberen met z’n allen Jannezand te bereiken. We nemen de richter (loopplank) van de roeiaak mee, want je weet: door het tij is het ijs aan de kanten heel broos en zak je er zo doorheen. We binden ons met touwen aan elkaar vast zodat we de helpende hand kunnen bieden als er iemand door het ijs gaat. Wie niet durft blijft hier. Ik ga voorop.”

Het Spijkerboor in de winter van 1963 met op de achtergrond de griendkeet waar ze konden rusten op hun barre tocht.(bron: Bron: St. Archief*Kring Hank)
Het Spijkerboor in de winter van 1963 met op de achtergrond de griendkeet waar ze konden rusten op hun barre tocht.(bron: Bron: St. Archief*Kring Hank)

Over het ijs

Als ganzen achter elkaar liepen ze de griendkade uit van de Benedenste Jannezand. Op de punt van de griend was het Middenste gat van het Zand op zijn smalst en konden ze de keet in de andere griend zien staan. Het nadeel was wel dat het water hier erg diep was waardoor het ijs nog best dun kon zijn, maar hopelijk sterk genoeg om hen te dragen. De richter werd uitgelegd en Gerrit ging het ijs op. Hij sprong wat heen en weer om het te testen. Vreemd genoeg was hier het ijs al sterk genoeg. Behoedzaam ging Gerrit naar het midden. De rest volgde aan het touw met flinke afstanden ertussen. In het midden kregen ze allen de schrik van hun leven. Het ijs begon te kraken en de scheuren maakten een angstaanjagend geluid, alsof het uit het diepe der aarde kwam. Stokstijf stonden de mannen stil. Hun blik op Gerrit gericht. Wat zou hij doen? Waagde hij het met het risico dat ze allen door het ijs gingen of kwam hij terug. Gerrit wist uit ervaring dat als het ijs eenmaal uit gekraakt was hij het nogmaals moest proberen. Met zijn pikhaak voor hem uit stampend ging hij voetje voor voetje verder en bereikte hij de oever. Hij gaf de mannen opdracht om toch vooral heel langzaam te blijven lopen en goed afstand te houden. Zo bereikten ze de griendkeet waar even gerust kon worden. Het andere gat oversteken zou geen problemen opleveren zei Gerrit, want dat is ondiep dus daar zal het ijs sterk genoeg zijn. Tegen de middag bereikten ze de rattenkeet op Jannezand. Vaste wal! De brug over en naar moeder de vrouw. Niks verdiend maar toch gelukkig.

Dit verhaal is eerder verschenen in de serie Stoere verhalen bij het keetvuur (website Stichting Archief*Kring Hank)

Hebt u ook nog zo'n verhaal? Laat het Archief*Kring Hank weten!

Meer Stoere verhalen bij het keetvuur? Klik dan hier

In 2004 bracht René Bastiaanse voor een aflevering van het programma De Wandeling (Omroep Brabant) een bezoek aan zo'n keet.

Bekijk hier de aflevering van De Wandeling

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 2 juni 2021 om 10:21
"Niks verdiend maar toch gelukkig." Mooi eind aan een mooi verhaal, Louis, bedankt voor het delen!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.