skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Vestingstad Grave

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 2 november 2009
bijgewerkt op 30 april 2014
Grave heeft altijd op een militair strategische plek gelegen. Dat hadden Herman van Cuijk en zijn broer in 1145 al in de gaten, toen ze op deze plaats hun nieuwe kasteel lieten bouwen. Maar Grave werd een echte vesting toen Jan I, heer van het Land van Cuijk en de stad Grave, aan het eind van de twaalfde eeuw de stad een stenen omwalling gaf.

Juist door zijn strategische ligging heeft Grave veel belegeringen moeten doorstaan, vaak met desastreuze gevolgen voor de verdedigingswerken, die na iedere verwoesting weer nog beter  werden opgebouwd.

Aan het eind van de negentiende eeuw was het hele idee van een vesting militair achterhaald. Tussen 1874 en 1914 werd de vesting Grave daarom ontmanteld, op een paar onderdelen na die we nu als monumenten van een militair verleden koesteren.

Het begon allemaal met Herman van Cuijk en zijn broer Godfried van Arnsberg.  De Duitse keizer Lotharius III had omstreeks 1135 hun burcht in Cuijk vernietigd. Tien jaar later bouwden ze een nieuw kasteel in Grave, bij de monding van de Raam. Uit deze burcht en de daar omheen gebouwde huizen ontstond een nieuwe nederzetting.

Herman en zijn broer begonnen met de bouw van een woontoren. Voordat de bouw echter kon beginnen moest het gebied eerst worden drooggelegd en de Raam omgelegd.

In 1400 deed Johanna van Cuijk afstand van Grave ten gunste van de hertog van Gelre. Diens plaatsvervanger nam zijn intrek in het kasteel. Het kasteel was niet alleen de woon- en verblijfplaats van de heer. Ook de Graafse Hoge Vierschaar (het centrale bestuur van het Land van Cuijk), het stadsbestuur van Grave, de ambtman en de schout zetelden daar. Daarnaast bezat het kasteel een zogenaamde gevangenistoren.

Het kasteel groeide met de tijd mee. Een belangrijke periode voor de verdere ontwikkeling was de zestiende eeuw. In die tijd onderging het kasteel een enorme gedaanteverwisseling. Grote delen van het oude complex werden vervangen en het geheel werd behoorlijk uitgebreid.

De gebouwen op de voorhof werden tussen 1521 en 1534 vervangen. In deze tijd is ook de kern van het huidige Arsenaal gebouwd.

Wat voor het kasteel op zich gold, ging ook voor de stad op: meegroeien met de tijd en de ontwikkelingen. In de 13e eeuw was Grave nog een stadje met een vestinggracht en verder beveiligd met een opgeworpen aardewal, waarin enkele stadspoorten waren aangebracht. In de loop der tijd werden die verdedigingswerken uitgebreid.

Begin 14e eeuw was er sprake van een houten schutting en in 1307 wordt er al gesproken van een stenen muur. Die verdedigingswerken werden voortdurend verder verbeterd. In het laatste kwart van de 17e eeuw werd Grave een voor die tijd moderne vesting, met vestingwerken die volgens de nieuwste militaire inzichten door Menno van Coehoorn waren ontworpen.

Die modernisering volgde op de verwoesting van kasteel en wallen tijdens het beleg van Grave in 1674. De restanten van het kasteel werden gesloopt om plaats te maken voor een nieuw bastion van de vesting. De laatste overblijfselen van het huis verdwenen onder een berg aarde, een zogenaamde 'kat'. In 1694 werden hierin vijf kazematten gebouwd, en aan de buitenkant het bastion 'Kasteele'. 

Omdat door de sloop van het kasteel ook de gevangentoren verdween, werden gevangenen daarna ondergebracht in “gaten” van het stadhuis. Ook de schepenen oefenden voortaan hun taken uit vanuit de schepenkamer in het stadhuis.

Als vesting is Grave in de loop der eeuwen herhaaldelijk belegerd geweest. In de 14e en 15e eeuw was het telkens weer een speelbal tussen de machtsblokken Brabant en Gelre.

Ook de Tachtigjarige Oorlog leidde daarna tot regelmatige gevechtshandelingen: de Spanjaarden namen de stad in in 1568, Willem van Oranje kreeg de stad in 1576 weer in handen, maar in 1586 belegerde Parma met succes de vesting. In 1602 slaagde Maurits er met militair geweld in Grave definitief aan de kant van de Staatsen te krijgen.

In de jaren 1672-1674 bezetten Franse troepen onder bevelhebber Turenne de stad. Turenne liet in deze jaren de bestaande vestingwerken verder versterken. Dat mocht echter niet baten, want in 1674 werd de stad door de troepen van de Republiek belegerd en voor een groot deel in puin geschoten.

Spoedig na de herovering van de stad door de Staatse troepen werden er plannen gemaakt om een uitgebreid, modern systeem van vestingwerken te bouwen. Die plannen werden in de jaren 1684-1690 door vestingbouwer Menno van Coehoorn uitgevoerd.

Daarna bleef het militair gezien lange tijd stil, totdat in 1794 de Fransen het beleg sloegen voor Grave. De verovering van Grave door de Franse troepen zorgde voor aanzienlijke schade. De Franse bezetting werd beëindigd met een maandenlange blokkade in het voorjaar van 1814. Het stadsbestuur van Grave zag overigens het vertrek van de Fransen maar met lede ogen aan.

Afgezien van het garnizoen bleef vestingstad Grave buiten militaire handelingen. Hollandse troepen trokken door Grave tijdens de Tiendaagse Veldtocht tegen de Belgen in 1831, maar een actieve rol voor de vesting was er niet.

Gezicht op Grave in 1875, kort voor de afbraak van de vestingwerkenAan het einde van de 19e eeuw waren de militair-technische ontwikkelingen zover dat vestingwerken geen nut meer hadden. Het garnizoen verdween. In 1874 werd de Vestingwet van kracht. Deze wet bepaalde de ontmanteling van de meeste vestingen in Nederland. Ook de vestingwerken van Grave moesten er aan geloven.

Ze werden onder andere door werkeloze turfstekers uit de Peel neergehaald. De stenen zouden opnieuw gebruikt worden voor de bouw van huizen, maar tijdens de sloop bleek de specie zo hard, dat er alleen maar puin overbleef. Met dat puin werden toen maar wegen van en naar de Peel aangelegd.

Tegenwoordig herinneren alleen het bolwerk Bekaf aan de Maas, een gedeelte van de westelijke bastions en de Hampoort uit 1688 nog aan de uitgebreide vestingwerken van weleer.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen