
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De eerste eigenaar van het hele pand was Jacob Olijslagers. In 1746 werd Evert van Liempt, die gehuwd was met een dochter van Jacob Olijslagers, de nieuwe eigenaar. Leunisdijk 11 en 13 waren twee woningen onder een kap die apart werden verhuurd. Door een ruiling in 1752 kwam de helft van het perceel, Leunisdijk 11, in handen van Henrick Francis van Eijnthoven. De weduwe van Evert van Liempt verkocht Leunisdijk 13, aan de weduwe van Henrick van Eijnthoven, maar bleef wel zelf deze helft bewonen. In 1761 echter kocht de weduwe Van Liempt deze helft, Leunisdijk 13, weer terug en vond er een definitieve scheiding van de panden plaats.
Willem Heessels kocht in 1760 te ’s-Hertogenbosch deze woning. Francis Hendrick van Eijnthoven werd in 1798 de nieuwe eigenaar. Rond 1820 verkreeg bouwman Laurens Brox, uit een erfenis van Anna Catharina Brox, het pand. Jacobus Snellaerts, fabrikant te Helmond, die maar een jaar het pand in eigendom had, verkocht in 1912 het huis aan wagenmaker Henricus Francis Kempenaars. Deze bouwde in hetzelfde jaar een flinke schuur achter het huis waarin hij een wagenmakerij onderbracht. In deze schuur was een spaakkuil. Dit was een smalle greppel die gebruikt werd om spaken in een dom te slaan of te boren. Deze spaakkuil werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door een tank verwoest.
Henricus Kempenaars had het vak geleerd bij zijn broer Martinus in Cromvoirt. Het vak moest in de praktijk geleerd worden, een opleidingsschool bestond toen niet. Het rijtuigvak leerde hij bij Van Delft in Waalwijk. Toen hij zich in 1912 in Esch vestigde was hij gehuwd met Petronella Konings, die al spoedig overleed. Henricus hertrouwde met Elizabeth Johanna van Rijsewijk. Uit dit huwelijk werd hun dochter Wies geboren.
Hij was in die tijd de enige wagenmaker in het dorp en kocht in het begin zelf bomen bij Drijvers in Helvoirt. Deze werden met behulp van enkele mannen tot planken gezaagd. Later kocht hij planken bij houtzagerij Van de Meijden in Sint- Michielsgestel. Hij repareerde of vervaardigde eggen, houten ploegen, kruiwagens, hoog- en aardkarren. De hoogkarren werden gebruikt voor de oogst en met een huif erop voor het vervoer van personen. De aardkar (ertkèr) voor het transport van mest, aardappelen en andere gewassen.
Zijn dochter Wies hielp hem regelmatig door met de hand een draaiwiel in beweging te brengen zodat haar vader een dom kon draaien. Henricus Kempenaars is nooit overgegaan op elektrische aandrijving, al het werk werd handmatig uitgevoerd. Smid Willem van Schijndel legde in de openlucht ijzeren banden om de wielen. In de Postelstraat was daarvoor een speciale stookplaats ingericht. Na het overlijden van het echtpaar Kempenaars kwam het pand in handen van hun dochter. Wies trouwde met Ad de Vet die eerste ambtenaar in Esch was. In 1998 verkocht Wies de Vet, inmiddels weduwe, het huis aan de familie Haring die het na een grondige verbouwing in 2007 verkocht aan de Familie Rombauts. Zij bewonen nog steeds deze mooie woning.
Het pand bleef tot 1766 in het bezit van de weduwe van Evert van Liempt. De volgende eigenaar was Jacobus Olijslagers die het huis verkocht aan Peter Boeren, vermeld tussen 1776 tot 1798. Ook dit pand kwam rond 1820 in handen van Laurens Brox, eveneens uit de erfenis van Anna Catharina Brox. Het huis is dan 9 roeden en 30 ellen groot en op het perceel bevinden zich dan een huis, schuur en erf. Rond 1910 vond er een verdeling van de goederen plaats tussen Maria Anna, Johanna Maria, Johannes Gerardus en Adriana Petronella Brox en hun minderjarige broer Laurens. Mieke Brox werd de nieuwe eigenaresse en zij verkocht het huis aan Franciscus Schoenmakers. Deze was ruim 28 jaar als onderwijzer werkzaam aan de Willibrordusschool op de Leunisdijk tegenover zijn huis. In 1967 werd Kees Verhoeven, die gehuwd was met Truus Schoones, de nieuwe eigenaar. De weduwe Verhoeven verhuisde naar een kleinere woning en verkocht in 1997 de woning aan J. Smeijsters die het pand grondig restaureerde. Tot op heden is hij de eigenaar van dit pand.
Bron
Lijst der huizen en bewoners Esch, Gemeente Archief Esch nr. 356
De Monumenten van: Haaren Helvoirt Esch Biezenmortel. 2002
Archief, Nettie v.d. Langenberg-Scheepers
Bijgewerkt door Nettie v.d. Langenberg-Scheepers, mei 2020
Foto, Piet Jansen 2002