skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Vorstenbosch in vogelvlucht

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 20 april 2010
bijgewerkt op 7 juli 2020
Vorstenbosch is een knus dorp, gelegen ten westen van Uden, ten noorden van Veghel, ten zuiden van Nistelrode, en ten noordoosten van Heeswijk-Dinther. Sinds de gemeentelijke herindeling van 1994 behoort Vorstenbosch tot de gemeente Bernheze, samen met Heesch, Heeswijk, Dinther en Nistelrode. Vóór die tijd vormde Vorstenbosch samen met Nistelrode de gemeente Nistelrode.
De naam

Een moderne verklaring van de naam Vorstenbosch als “bos van een vorst, koning” lijkt iets te kort door de bocht. Het ligt eerder voor de hand om een verband te zoeken met “voorste” (maar dan zou je misschien ook een “achterste” bos in de buurt mogen verwachten) of met het oude woord “foreest” voor jachtterrein, verwant met het Engelse forest, dat ook weer woud betekent. Zeker is in ieder geval dat de naam naar een bosachtige omgeving verwijst.

Oudste vermelding

In 1485 wordt de aanduiding Vorsschenbosch in de archieven gevonden, maar het dorp is duidelijk ouder. Al vóór 1400 stond er een kapel die was toegewijd aan Sint-Antonius Abt. Die kapel behoorde tot de Sint-Lambertusparochie van Nistelrode. In 1648 werd deze kapel gesloten als gevolg van de Vrede van Munster en de daarbij behorende bepalingen, waardoor in de Meierij van ’s-Hertogenbosch de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst verboden werd. De inwoners van Vorstenbosch kerkten voortaan in de grenskerk te Bedaf, waar dat geloofsverbod niet gold. Die situatie bleef zo, totdat in de Franse Tijd de geloofsvrijheid werd hersteld.

Daarna duurde het nog tot rond 1840, voordat men in Vorstenbosch begon te denken aan een nieuwe kerk in het dorp zelf. De kapel in Bedaf was vervallen en de kerk in Nistelrode lag op een behoorlijke afstand. Met subsidie van koning Willem II kon men in 1847 beginnen met de bouw van de nieuwe kerk met pastorie. Op 1 januari 1850 werd vervolgens Vorstenbosch tot zelfstandige parochie verheven, met de vroegere rector van Bedaf, Van Krieken, als eerste pastoor.

Bevolkingsontwikkeling

In de jaren dat de gedachte aan een eigen kerk opkwamen, zo rond 1840, telde Vorstenbosch 86 huizen met 466 inwoners. Tegenwoordig zijn dat ongeveer 700 huizen met zo’n 1.800 inwoners.

Kerk en pastorie

De kerk is voor Vorstenbosch altijd een centraal element in de gemeenschap geweest. In 1847 startte de bouw van de eigen kerk die aan Sint-Lambertus gewijd was. De wijding volgde op 4 september 1849. Na ruim 80 jaar werd de kerk bouwvallig. In 1932 begon men met de bouw van een nieuwe kerk (die nog steeds bestaat). De nieuwe Sint-Lambertuskerk was een ontwerp van architect H.C. van de Leur, die zich had laten inspireren door de ideeën van de benedictijner monnik Dom Paul Bellot.

Qua opzet is de kerk een zeer goed voorbeeld van een zogenaamde volkskerk, met een zeer breed schip en smalle zijbeuken, die uitsluitend dienst doen als loopgangen. De architect streefde daarmee naar een inniger deelname van de gelovigen: het gehele kerkvolk zit, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in laat-negentiende-eeuwse kerken, in het middenschip, vanwaar men ongehinderd door pijlers of andere altaren, een onbelemmerd zicht heeft op het vieringaltaar.

Binnen heeft de kerk met vele bogen en kleurige tegeldecoraties op muren en vloer (in blauw, wit en oker) versierende elementen van Art Déco en Expressionisme. Buiten heeft de architect geprobeerd het kerkgebouw door laag muurwerk, steile pannendaken en topgevels, aan te laten sluiten bij de dorpse sfeer van Vorstenbosch. De kerk is nu rijksmonument, samen met de pastorie en bijbehorend koetshuis

En er is nog meer monumentaals in de kerk: het orgel. Boven de voorhal bevindt zich de orgeltribune met betonnen overstek, waarop het orgel staat dat Adrianus Kuijte uit Oss in 1876 voor de kerk bouwde. Ook dit is een rijksmonument.

Klooster

In 1937 kwamen de Zusters van Barmhartigheid naar Vorstenbosch. Zij gaven onderwijs aan meisjes. Na het vertrek van de zusters bleef de kapel van hun klooster nog een tijdlang in gebruik bij de parochie, tot hij in 2006 werd omgebouwd tot buurtcentrum. Het klooster zelf had al eerder een woonbestemming gekregen.

Maar voordat het gebouw overging in handen van woonmaatschappij Maasland, schonken de zusters de luidklok van het klooster, die er vanaf 1958 had gehangen, aan de gebroeders Rini en Tini Somers. Zij hebben nog een broer, pater Jan Somers, die missionaris is in Tanzania. Voor hem, of liever voor zijn parochianen, zamelen de gebroeders Somers allerlei spullen in, zoals rollators, naaimachi¬nes, rolstoelen, brillen, kledingpakketten en schoenleesten, om maar iets te noemen. Ook de bronzen kloosterklok heeft zijn weg naar Tanzania inmiddels gevonden, zoals het Brabants Dagblad in 2008 meldde. 

Cuneraverering Vorstenbosch is lang bekend geweest vanwege de verering voor de Heilige Cunera. De Vorstenbossche cultus vond zijn oorsprong in Bedaf, waar tussen 1648 en 1784 een reliek van Cunera werd vereerd. Deze reliek is verloren gegaan, maar in 1892 schonk mejuffrouw Kleine uit Tilburg een zogenaamd reliekpartikel (stukje bot van de heilige) aan de parochie in Vorstenbosch.

Het beeld van Cunera dat nu in de Vorstenbossche kerk staat, is waarschijnlijk uit de kapel van Bedaf afkomstig. Het stelt de heilige voor met de worgdoek om haar hals. Het beeld dateert voor het grootste deel uit de periode 1500-1550. Cunera’s hoofd en de attributen die zij in haar handen houdt, zijn rond 1800 aan het beeld toegevoegd. Op het hoofd na is het beeld volledig verguld.

De schenking van de reliek in 1892 gaf een sterke impuls aan de Cuneraverering. Vereerders konden voortaan een volle aflaat verwerven in de parochiekerk. De reliek stond uitgesteld op 12 juni, 28 oktober (de sterfdag van Cunera) en op iedere zaterdag. De volle aflaat kon worden verdiend als men op 12 juni en het octaaf hiervan in de parochiekerk van Vorstenbosch biechtte, communiceerde en bad voor de intentie van de paus. In 1894 werd er in Vorstenbosch een Cunerabroederschap opgericht.

Vooral op zaterdag was er gelegenheid om water en brood te laten zegenen. Cunera werd in Vorstenbosch vooral vereerd als patrones van het vee en dus aangeroepen tegen veeziekten. De voornaamste bedevaartdag was 24 juni (St. Jan de Doper) of de zondag die eraan vooraf ging.

Tijdens het pastoraat van H.P. Liebrechts (1926-1955) bereikte de verering wel haar hoogtepunt. Op 24 juni of de zondag ervoor werd dan op de speelplaats van de lagere school en in de pastorietuin een Cuneraprocessie gehouden, waaraan het St. Antoniusgilde deelnam, de Zusters van Barmhartigheid, de dorpsfanfare en heel veel bruidjes of engeltjes.

De molen Windlust

In 1860 bouwde Joh. der Kinderen uit Kaatsheuvel op de Kapelakkers in Vorstenbosch een windkorenmolen. Waarschijnlijk gebruikte hij daarvoor onderdelen van een waarschijnlijk elders afgebroken molen, zoals blijkt uit het jaartal 1723 in het bovenwiel. Hoewel de molen nu een zogenaamde belt- of bergmolen is, is hij oorspronkelijk vermoedelijk gebouwd als grondzeiler. Rond 1900 is de molen ongeveer 2,5 meter verhoogd en is rondom de basis de berg aangebracht.

De Windlust was een korenmolen, die een flink aantal molenaars gekend heeft, zoals Joh. der Kinderen; F. Beelen; Peters; L. Vermeulen; J. Goyarts; J. Verhagen en A. Verbeek. Tussen 1929 en 1970 was de molen in bezit van de familie Smolenaers. Aan de carrière van de eerste molenaar van die naam, Antoon Smolenaers, kwam in 1936 een abrupt einde, toen hij een klap van een molenwiek kreeg. Smolenaers overleed aan de gevolgen van de slag. Van 1936 tot 1950 fungeerde Piet Rakels als molenaar. Na 1950 werd er niet meer gemalen. In 1970 kwam de molen in bezit van de toenmalige gemeente Nistelrode, die meteen daarna de molen liet restaureren. Piet Rakels en Jan Smolenaers beheerden de molen.

Na restauratie in 1970 draaide de molen regelmatig op vrijwillige basis, maar raakte als gevolg van onvoldoende onderhoud beschadigd. In 2007 onderging de molen een nieuwe restauratie, die in juni 2008 werd voltooid. Sindsdien draait de molen weer regelmatig, onder beheer van twee vrijwillige molenaars, Jan Smolenaers en Marcel Voorneman.

Vóór de Windlust staat een bronzen beeldengroep: D'n Vorstenbossche Mulder. Dit beeld werd in 1993 door de gemeente Nistelrode geschonken aan de gemeenschap van Vorstenbosch. De Stichting Cultuur en Voorzieningen Vorstenbosch verkoopt er replica’s van, en met de opbrengst daarvan ondersteunt de stichting activiteiten op het gebied van culturele voorzieningen in Vorstenbosch.

Lindeboom

Een van de oudste monumenten in Vorstenbosch is ongetwijfeld de grote lindeboom aan de Heuvel, die waarschijnlijk al in het midden van de 17e eeuw is aangeplant. Aangezien hij in een testament van 1710 al als een “dikke” boom aangeduid, moet hij er toen al even gestaan hebben.

Als rechtgeaarde linde heeft hij veel overleefd, met als grootste aanslag waarschijnlijk de brand in het huis achter de boom in oktober 1863. Het vuur sloeg over naar de lindeboom, met als gevolg een holte, waarin zich nog jarenlang een kind kon verschuilen. De boom overleefde het vuur en in de decennia erna groeit hij zelfs weer helemaal dicht.

Bijzonder is wel dat er heel lang een muurtje rond de linde heeft gestaan. Vanaf dat muurtje las tussen 1900 en 1920 Marinus van Hooft, de dorpsomroeper, elke zondag na de hoogmis “Het Gebooi” voor, dat zijn de gemeentelijke verordeningen en andere afkondigingen. Na afloop was er dan natuurlijk de borrel in het café (dat inmiddels in de voormalige boerdij was gevestigd). Van 1912 tot 1931 was Marie van Kessel hier waardin. Het café is in 1931 gesloten, maar de linde staat nog steeds te pronken. Tegenwoordig voor een boeddhistische tempel, al zou je durven zweren dat het een Brabantse boerderij is.

Reacties (5)

Annemarie van Geloven namens BHIC bhic zei op 31 juli 2012 om 12:28
Dank voor uw reactie. Maar zou u precies willen aangeven wat er onjuist is in de tekst?
Cor Ottenheim zei op 31 juli 2012 om 15:28
In een van de overbrengingswielen boven in de nok van de molen staat de naam F. Beelen met het jaartal 1900 gekerfd. Van hem is niets bekend.
Hij is geen molenaar geweest zoals gemeld in jullie verhaal.
Mogelijk was hij de persoon (aannemer) die gewerkt heeft aan de molen in 1900. Toen is immers de Vorstenbossche molen met ongeveer 2,5 meter opgehoogd en is rondom de basis de berg aangebracht.
Gerard Sturkenboom zei op 6 juli 2020 om 12:12
Bij de molen Windlust; de naam is voor zowel Antoon als Jan Smolenaers (met ae)
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 7 juli 2020 om 09:02
Bedankt voor je oplettendheid, Gerard, we hebben de naam aangepast.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.