Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In het eerste kwart van deze eeuw begon men onder leiding van T. van Hemel, boswachter bij het Staatsbosbedrijf, en B. J. Winkelman, Houtvester bij het Staatsbosbedrijf te Eindhoven, met de ontginning van de Vresselse heide, waarin het Ven en de Hazeputten lagen.
De Heide werd omgezet in een productiebos Om de ontginning van de Heide ter grootte van 283.26.30 hectare (hierbij is niet inbegrepen de oppervlakte van de door de gemeente reeds aangelegde bossen en ven) zo spoedig mogelijk van een plantsoen te kunnen voorzien, werd in 1921 begonnen met het aanleggen van een Kwekerij.
Hiervoor werd een stukje heidegrond bestemd, gelegen aan de Noordoostzijde van het ontginningsterrein. Het was gewenst dat in de onmiddellijke nabijheid van de kwekerij een eenvoudig schuurtje werd gebouwd, waarin gereedschappen, zaden enz. opgeslagen konden worden en waarin de arbeiders bij slecht weer een schuilplaats vonden.
De Kwekerij werd omgespit en daarna geëgaliseerd. Om de kwekerij tegen wildschade te behoeden werd deze omrasterd. Voor de bemesting van de Kwekerij werd slakkenmeel, kalizout en kalkmengsel aangekocht. Grotendeels werd de kwekerij ingezaaid met lupinen.
In het voorjaar van 1922 werden eenjarige dennen aangekocht om in de kwekerij te verspenen. Een kilo dennenzaad werd aangekocht van Th. Merks te Best om te proberen zelf eenjarige dennen te kweken. Hoewel het zaad goed ontkiemde, kwam er van de planten niet veel terecht.
Beukennootjes en Amerikaanse eikels werden in het voorjaar uitgestrooid. Deze kwamen slecht op, maar ook de muizen en vogels deden zich er tegoed aan. Het eerste jaar 1922 was de totale uitgave fl. 4.999,54.
In het begin van de ontginning moest er veel gebeuren: gereedschappen werden aangeschaft, zoals plantschoppen, gemaakt door W. Munsters, smid te Erp. Geploegd werd er door de ondernemer J. Dijkmans te Bladel. Er moesten wegen en waterleidingen worden aangelegd.
De zandweg (de zogenaamde Molenweg) die de verbinding vormt tussen de Veghelse Hut en Vressel werd verbeterd. Deze weg bestond wel, maar was in slechte toestand en tevens met veel krommingen.
Verder werd er aangekocht Amerikaanse eik, gewone eik, berk, fijnspar en lijsterbes. Dennenzaad werd uitgezaaid, het groeide goed, maar de vogels haalden er veel plantjes uit. De verspeende dennen werden in de zomer besproeid met een chemisch bestrijdingsmiddel met de naam Bordeauxs pap. Ook werden er ter voorkoming van bosbranden diverse maatregelen genomen.
De Ontginning werd vaak gedaan door werklozen in de werkverschaffing (arbeidsloon fl. 0,25 per uur). Het werk was zwaar en het loon was maar net genoeg, om er met een gezin van rond te komen.
Foto’s: Jo van der Kaaij
Bronnen: BHIC, Archief gemeentebestuur Sint-Oedenrode 1811-1933, toeg.nr. 7634.