Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
We nodigen je van harte uit om op deze lijst te reageren (zie onderaan).
1000-1500 |
De Middeleeuwen |
|
1006 |
De eerste schriftelijke vermelding van Vught: de plaatsnaam "Fughte" wordt genoemd in een (valse) oorkonde die in 1006 is gedateerd. Volgens dit document is er in Vught een tol en een munt (geldwisselhuis). Dezelfde tekst komt voor in oorkonden uit 1028 en 1050 |
|
rond 1055 |
De kloosterling Stephelinus beschrijft in zijn Leven van de H. Trudo hoe de heilige in Vught een wonderbaarlijke genezing tot stand brengt |
|
1164 |
In Den Bosch vindt een heftige jodenvervolging plaats. De 183 slachtoffers worden op de Vughtse hei levend verbrand. Dat althans vermeldt de 17e-eeuwse kroniek van het Sint-Geertruiklooster in Den Bosch. Later (in de 18e eeuw) kiezen joodse inwoners van Den Bosch juist deze plek (het Wolvenbosch) als hun begraafplaats. |
|
1232 |
Heer Boudewijn van Vught draagt een deel van zijn "villa" (domein) Vught, dat zijn eigendom is, over aan Hertog Hendrik I van Brabant. De hertog heeft dit deel waarschijnlijk weer doorgegeven aan de Commanderij van de Ridders van de Duitse Orde. De ridders krijgen ook het recht om de pastoors van de St. Lambertuskerk te benoemen (patronaatsrecht) |
|
1312 |
De Commanderij van de Duitse Ridders in Vught wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde |
|
1328 |
De Lambertuskerk wordt voor het eerst in een oorkonde genoemd; maar volgens archeologische gegevens moet er zeker al in de eeuw daarvoor een romaanse kerk gestaan hebben In ditzelfde jaar geeft de hertog van Brabant de gemeenschappelijke gronden uit aan de inwoners van Vught |
|
1353 |
Uit dit jaar stamt het oudste zegel van Vught. Het hangt aan een oorkonde, die nu in het archief van de Duitse Orde zit. Een ander mooi exemplaar van dit zegel zit aan een stuk van 9 september 1367, waarin het dorpsbestuur verklaart geen recht te hebben op de gemene gronden die de stad Den Bosch tot op die dag had verkocht. Op beide oude zegels komen de twee kerken al voor |
|
1399 |
Het patronaatsrecht (en de inkomsten) van de St. Pieterskerk vallen toe het kapittel van Eindhoven |
|
1410 |
Johannes Betten sticht op 3 juni naast de St. Pieterskerk een kluis, geschikt voor twee kluizenaressen. Rond 1400 was ook naast de Lambertuskerk zo'n kluis gebouwd, bewoond door Gertrudis, dochter van Dirk Bolant. De officiële stichtingsakte van deze kluis is gedateerd 12 augustus1417. De kluis bij de St. Pieter zal permanent door kluizenaressen bewoond blijven tot 1624. Vught mag met deze kluizen het belangrijkste centrum van het kluizenaarschap in Noord-Brabant genoemd worden |
|
1446 |
Het dorp Vught lijdt grote waterschade |
|
1453 |
In een testament worden de gilden van St. Barbara en van St. Joris genoemd |
|
1461 |
Augustinessen vestigen zich aan de huidige Taalstraat |
|
1463 |
Na de overstromingen van 1446 en de blijkbaar blijvend hoge waterstanden, voelden de bewoners van Vught de noodzaak een dijk aan te leggen ter bescherming tegen het water. Op 3 december 1463 verleent Hertog Filips van Bourgondië de officiële vergunning aan de ingezetenen van Vught tot het aanleggen, onderhouden, beheren en schouwen van de dijk, gelegen om en langs de Vughtse akkers. Zo ontstaat de gelijknamige polder. Het dorp zal echter de komende eeuwen toch steeds weer opnieuw geconfronteerd worden met wateroverlast |
|
1473 |
Aan de huidige Taalstraat verrijst op de plek waar nu de villa Sophiasburg staat een Kartuizerklooster. De naam van de villa herinnert nog aan de naam van het klooster: Domus Sanctae Sophiae Constantinopolitaneae, zo genoemd ter herinnering aan de Hagia Sophia, de kerk van de Heilige Wijsheid in Constantinopel, de stad die in 1453, dus twintig jaar daarvoor, door de Turken werd veroverd |
|
1479 |
Er wordt een rekening opgemaakt, waaruit blijkt dat er aan een nieuwe, gotische St. Lambertuskerk gebouwd wordt |
|
1498 |
De inwoners van Vught krijgen enkele privileges, waaronder vrijdom van tol- en marktgelden. Als tegenprestatie moeten ze zorgen voor het ophangen en "tentoonstellen" van de lijken van misdadigers die in Den Bosch terechtgesteld zijn. Dat ophangen gebeurde aan de toongalg op de Vughtse heide. De Vughtenaren hebben zich met deze lugubere taak beziggehouden tot 1795; ze dankten daaraan hun bijnaam van "galgenlichters" of "leerlichters" De zogenaamde drie-torentjes-galg, die op oude afbeeldingen nog wel te zien is, stond waarschijnlijk op de plek waar nu de fusilladeplaats (de 2e lunet) is. In ditzelfde jaar krijgen de Kartuizermonniken aan de Taalstraat het visrecht op een deel van de Dommel en op een watertje dat de Vlaschmeer genoemd wordt. |
|
1500-1648 |
Gelderse oorlog; Tachtigjarige Oorlog |
|
1525 |
In juni trekt een troep opstandige Bosschenaren, boos vanwege de vrijdom van accijnzen van de geestelijkheid, met kwade bedoelingen naar het Vughtse Kartuizerklooster; tot hun verbazing worden ze zeer gastvrij onthaald en na een copieuze maaltijd met veel drank is de boosheid ver gezakt |
|
1543 |
Op 26 juli overvalt de 'bende' van de Gelderse krijgsheer Maarten van Rossum Vught. Er wordt brand gesticht en 215 huizen branden af. De bende valt het Kartuizerklooster binnen en rukt een pater, die op dat moment de mis leest, de gewijde kelk uit handen. Verdere verwoesting kan het klooster voor 700 gulden afkopen. Ook de al uitgeplunderde inwoners van Vught moeten nog extra 200 gulden betalen. Het dorp raakt zo berooid dat vele inwoners vertrekken, vooral richting Tilburg, om daar de kost te verdienen |
|
1566 |
Ook in Vught slaat de Beeldenstorm toe: het Kartuizerklooster wordt zodanig vernield dat het bijna onbewoonbaar is |
|
1567 |
Het leger van Margaretha van Parma verblijft 14 dagen (op kosten van de bevolking!) in Vught; dergelijke " bezoeken" zullen de komende decennia van de 80-jarige oorlog veel schade aanrichten en de bevolking zware lasten opleggen |
|
1572 |
Dit keer zijn het huursoldaten van Prins Willem van Oranje die in Vught verblijven; het Kartuizerklooster wordt opnieuw geplunderd met als gevolg dat de Kartuizers uit Vught vertrekken |
|
1578 |
Het Bossche garnizoen legt het Kartuizerklooster in de as omwille van de verdediging van de stad |
|
1579 |
Het Spaanse leger van de Hertog van Parma laat zijn sporen in Vught na |
|
1583 |
Dit jaar zijn het de Staatse troepen die Vught aandoen. Zij verwoesten een deel van het dorp, waaronder de Pieterskerk, die in brand gestoken wordt |
|
1594 of 1595 |
De net herbouwde St. Pieter wordt door storm grotendeels verwoest |
|
1594, 1599, 1601 en 1603 |
In deze jaren probeert Prins Maurits telkens weer opnieuw, maar vergeefs, Den Bosch in te nemen; zijn pogingen laten Vught niet onberoerd. Tijdens Maurits' laatste actie in 1603 wordt de Lambertuskerk in brand geschoten. Het schip van de kerk stort in en wordt nooit meer in de oude vorm hersteld |
|
1600 |
Op 5 februari wordt op de Vughtse hei de zogenaamde Slag van Lekkerbeetjen uitgevochten |
|
1614 |
De bisschop van Den Bosch stelt een onderzoek in naar eventueel bijgeloof rond de verering van St. Machutus in Vught |
|
1619 |
De Lambertuskerk wordt gedeeltelijk hersteld |
|
1629 |
Prins Frederik Hendrik belegert Den Bosch. Hij laat uitgebreide belegeringswerken aanleggen. De Prins heeft zijn hoofdkwartier op kasteel Maurick, waar hij volgens de overlevering tijdens zijn maaltijd een keer gestoord werd door het geschut van Den Bosch. Als gevolg van de capitulatie van den Bosch, gaat de Lambertuskerk over in handen van de Calvinisten. Dat ging niet van harte: de predikant vond verschillende keren de deur gesloten en de sleutel zoekgemaakt, zodat de deur met een bijl moest worden ingehakt |
|
1630 |
Het krijgsvolk brengt ook besmettelijke ziekten mee: dit jaar heerst de pest in Vught |
|
1648 |
De Vrede van Munster maakt van Staats-Brabant een Generaliteitsland, dat wil zeggen, een niet-zelfstandig gewest, bestuurd door de Staten-Generaal; de Lambertuskerk, de Pieterskerk en de Hubertuskapel in Cromvoirt worden gesloten voor de katholieke eredienst; alleen de Lambertuskerk blijft in gebruik voor de protestantse diensten; de St. Pieter wordt als opslagschuur gebruikt voor de opbrengst van de "tienden". Bij hoog water dient de kerk als wijkplaats voor het vee |
|
1648-1795 |
De Republiek der Verenigde Nederlanden |
|
1662 |
De bezittingen van de Duitse Orde worden verbeurd verklaard en verkocht; de Ridders blijven echter de pastoors van de Lambertusparochie benoemen. Dat duurt tot de dood van de laatste van deze pastoors in 1829 |
|
1666 |
De oorlog is weliswaar afgelopen, maar de pest slaat weer toe, zodat passanten om Vught heen trekken (tot verdriet van de herbergiers) |
|
1672 |
De jonge Republiek wordt aangevallen door Frankrijk; Franse troepen onder bevel van Maarschalk Turenne leggen bij het passeren van Vught een zware brandschatting op aan de dorpelingen |
|
1703 |
Een zware storm raast over Vught en richt grote schade aan |
|
1717 |
Cromvoirt wordt een zelfstandige parochie. Als dochter van de Vughtse Lambertusparochie wordt de H. Lambertus de nieuwe patroonheilige van Cromvoirt |
|
1740 |
De aanleg van de "Steenweg" van Den Bosch naar Eindhoven gaat van start; later wordt deze hoofdverbindingsweg verder doorgetrokken naar Luik; Vught profiteerde van deze belangrijke route door een tiental herbergen |
|
1748 |
Dijkbreuk veroorzaakt flinke watersnood |
|
1757 |
Nog geen tien jaar na de watersnood van 1748 is het opnieuw zover |
|
1758 |
De St. Augustinuskapel in Bergenshuizen (Kapellebos) wordt afgebroken |
|
1765 |
Aan het Marktveld wordt Isaak Jan Alexander Gogel geboren; hij zal in de Bataafs-Franse Tijd een beroemde minister van financiën worden, die de staatsfinanciën behoorlijk op orde brengt en in feite aan de wieg staat van ons moderne belastingstelsel. Zijn geboortehuis staat nog steeds op de hoek Torenstraat |
|
1770 |
De schepenen van Vught en Cromvoirt nemen een nieuw raadhuis (nu Helvoirtseweg 3) in gebruik; de laatste vijftig jaar daarvoor (1721-1770) hielden ze hun vergaderingen in de consistoriekamer van de Lambertuskerk |
|
1777 |
De schuurkerk van de Vughtse Lambertusparochie mag van de Raad van State vergroot worden; deze zogenaamde Heikantsekerk stond op de hoek van de Koestraat en de Kerkstraat |
|
1794 |
Opnieuw vallen de Fransen binnen, nu op verzoek van Nederlandse "patriotten". Generaal Pichegru vestigt zijn hoofdkwartier in "Leeuwenstein"; er wordt (voor het laatst?) op een wolf gejaagd in het bos van Maurick |
|
1795-1814 |
De Bataafs-Franse Tijd |
|
1795 |
De Bataafse Republiek brengt vele veranderingen. De ingezetenen kiezen voortaan zelf hun schepenen; de katholieken krijgen (in theorie) hun kerken terug, al komt daar in Vught niet veel van terecht. In Cromvoirt krijgt de parochie in 1809 of 1810 wel de oude kapel terug, maar die is inmiddels compleet tot een ruïne vervallen. Het nieuwe politieke bestel voorkomt niet dat er opnieuw watersnood optreedt |
|
1798 |
Opnieuw watersnood |
|
rond 1800 |
Bij "Sparrendaal" en Bergenshuizen beginnen ontginningen |
|
1801 |
Een zware storm brengt de St. Pieter veel schade toe |
|
1806 |
Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer, wordt Koning van Holland. Bij de proclamatie van deze troonsbestijging in Vught worden de klokken van de St. Pieter zo hevig geluid, dat een van de twee barst; Hortense de Beauharnais, echtgenote van Lodewijk Napoleon, wordt feestelijk ingehaald in Vught |
|
1814-1914 |
De negentiende eeuw |
|
1817 |
Vught krijgt een officieel gemeentewapen, afgeleid van het middeleeuwse zegel |
|
1819/1820 |
Vught lijdt onder een zware overstroming |
|
1821 |
Het protestantse kerkbestuur laat het middengedeelte van de Lambertuskerk tegen de zin van het gemeentebestuur afbreken, waardoor ook het torentje met de gemeenteklok verdwijnt, die elke dag om acht en twaalf uur geluid moest worden en verder als waarschuwing bij brand en overstroming of proclamaties; tussen het gemeentebestuur en het kerkbestuur ontstaat dan ook een hoogoplopende ruzie over deze kwestie |
|
1822-1824 |
De weg naar Helvoirt wordt met keien bestraat |
|
1825 |
De St. Pieter wordt aan de katholieken teruggegeven |
|
1826 |
De St. Pieter wordt herbouwd in zogenaamde Waterstaatsstijl; deze benaming is ontleend aan de ingenieurs van het ministerie van Rijkswaterstaat (waaronder in die tijd ook "Kunst" ressorteerde) die in deze tijd de kerken ontwierpen in meestal Neoclassicistische stijl |
|
1827 |
De nieuwe St. Pieter wordt in gebruik genomen en de twee schuurkerken (die van de St. Petrusparochie in Vlasmeer en die van de St. Lambertus bij de Kerksteeg) worden afgebroken |
|
1829 |
De laatste pastoor van de St. Lambertus sterft. Beide parochies (Petrus en Lambertus) worden verenigd tot de parochie van St. Petrus |
|
1842 |
Een groot deel van de heide, de zogenaamde "grauwe gement", wordt aan Koning Willem II in eigendom overgedragen.De 217 ha. grond in gemeentelijk eigendom, werd tot dan door de inwoners vooral gebruikt voor het weiden van het vee |
|
1844 |
De koning laat op deze heide een legerplaats en acht lunetten aanleggen |
|
1848 |
Koning Willem II koopt in Vught drie landgoederen: Zionsburg, Reeburg en Sophiasburg; het bezit is van korte duur: na zijn dood in 1849 gaan zij weer in andere handen over |
|
1850 |
Vught krijgt een hulppostkantoor; er heerst voor de zoveelste keer watersnood. Om de nood te lenigen krijgt Vught een gemeentelijke koehaarspinnerij die arme inwoners inkomsten zou moeten verschaffen |
|
1856 |
De Zusters Franciscanessen van Oirschot arriveren in Vught en nemen, eerst vanuit hun klooster aan het Maurickplein en na 1900 vanuit hun klooster aan de Kloosterstraat onderwijs, bejaarden- en ziekenzorg ter hand |
|
1866/1867 |
De spoorlijn Den Bosch-Eindhoven met daaraan station Vught wordt geopend |
|
1880 |
Voor de laatste keer in de geschiedenis zucht Vught zwaar onder wateroverlast; dit keer kan men zelfs met bootjes rond de Lambertustoren varen |
|
1881-1895 |
Er rijdt een stoomtram door de Taalstraat. Dat wordt later een paardentram (Vughtse vooruitgang?) die in bedrijf blijft tot 1929; in deze periode legt de Zuid-Ooster-Spoorwegmaatschappij de spoorlijn Den Bosch-Tilburg aan |
|
1882 |
De R.K. begraafplaats wordt in gebruik genomen |
|
1884 |
Op de plaats van de oude pastorie aan de Heuvel verrijst de nieuwe (neoromaanse) St. Petruskerk; de oude St. Pieter op het Maurickplein wordt afgebroken |
|
1887 |
Den Bosch heeft voor zijn stadsuitbreiding veel zand nodig. Dat komt uit de Vughtse heide, waar een enorme graafmachine zijn naam geeft aan het door hem gegraven bosven annex openluchtbad, de IJzeren Man |
|
1895 |
de 15-jarige Koningin Wilhelmina en haar moeder, de Regentes Emma, maken een rijtoer rond Den Bosch en passeren Vught |
|
1898 |
Aan de Dorpsstraat wordt een nieuw raadhuis in gebruik genomen |
|
1899 |
De Zusters Ursulinen vestigen zich op Roucouleur, later Mariaoord. Ze zullen tot 1929 in Vught blijven; het gemeentebestuur koopt dit jaar een vuilniskar en besteedt de bespanning van deze kar en het ophalen van het vuilnis aan |
|
1901 |
De Paters Scheutisten vestigen zich op Sparrendaal |
|
1903 |
De Kanunnikessen van St. Augustinus vestigen zich op Eikenheuvel, later Regina Coeli |
|
1904 |
Koningin Wilhelmina en prins Hendrik bezoeken Vught |
|
1907 |
Aan de Esscheweg (tegenwoordig Esschestraat/M. Trompstraat) opent de gasfabriek zijn poorten |
|
1913 |
De Jezuïeten openen hun retraitehuis Loyola |
|
1914-1945 |
Wereldoorlogen en Interbellum |
|
1914-1918 |
Tijdens de Eerste Wereldoorlog krijgt Vught te maken met inkwartiering van Belgische vluchtelingen, en met schaarste en distributie van goederen |
|
1914 |
Er komt een einde aan de dorpspompen: de gemeente 's-Hertogenbosch gaat voortaan water leveren aan Vught, waardoor de aanleg van een waterleidingnet nodig wordt |
|
1919 |
De gemeente neemt de particuliere gasfabriek over |
|
1921 |
Opnieuw is het gemeentebestuur toe aan een nieuwe huisvesting. Dit keer is het de villa "Leeuwenburg", aan de tegenwoordige Kapellaan; de N.V. P.N.E.M. gaat elektrische stroom leveren aan de gemeente Vught. |
|
1923 |
De H. Hartparochie wordt opgericht; de nieuwe kerk wordt in 1924 in gebruik genomen; rond de kerk ontstaat een geheel nieuwe wijk, "Vught over het spoor" met enkele scholen |
|
1929 |
De paardentram maakt plaats voor een dienst met autobussen |
|
1930 |
Vught breidt uit: rond de O.L. Vrouwekerk aan de Taalstraat komt een compleet wijkje, ontworpen door de bekende architect Kropholler; Vught krijgt riolering en een zwembad in de IJzeren Man; er komt een nieuwe verbindingsweg met Cromvoirt |
|
1933 |
De gemeente Cromvoirt wordt opgeheven en komt gedeeltelijk bij Vught; er komt een einde aan de eigen gasproductie; voortaan leveren de Staatsmijnen mijngas aan de gemeente |
|
1937 |
Dankzij een genereuze schenking van het echtpaar Van Beuningen-Fentener van Vlissingen krijgt de gemeente de beschikking over de villa "Leeuwenstein". De villa wordt na een ingrijpende verbouwing door architect Valk ingericht als nieuw gemeentehuis |
|
1940 |
Op 12 mei bezetten Duitse troepen Vught |
|
1943 |
In de bossen bij Vught verrijst "Konzentrationslager Herzogenbusch". Van 13 januari 1943 tot 7 september 1944 gebruikt de bezetter het concentratiekamp als tijdelijk verblijf voor naar schatting 12.000 Joodse gedeporteerden. Daarnaast staan nog eens 15.600 andere gevangenen ingeschreven; in de laatste maanden van Kamp Vught zijn honderden gevangenen gefusilleerd op de Fusilladeplaats; op die plek is na de oorlog een monument opgericht |
|
1944 |
Op 26 oktober wordt Vught bevrijd door het Britse leger (51e Highland Division); hoewel bevrijd, was Vught nog niet vrij van de oorlog: in de volgende maanden vinden nog tal van beschietingen plaats en stort een aantal V1's neer op Vught |
|
1945-1978 |
Wederopbouw en Moderne tijd |
|
1947 |
Het eerste vrouwelijk raadslid in Vught wordt benoemd; het is mevrouw E. Timmenga-Hiemstra; op 20 december onthult prinses Juliana het gedenkteken op de fusilladeplaats van kamp Vught |
|
1948 |
Vught krijgt een nieuwe parochie, namelijk de parochie van St. Paulus en St. Antonius van Padua (Vught Zuid); de nieuwe parochianen moeten vanaf 1949 nog een tijd genoegen nemen met een noodkerk. De definitieve kerk komt pas in 1954 tot stand |
|
1951 |
In het voormalige concentratiekamp komt het woonoord Lunetten, waar gedemobiliseerde KNIL-militairen en hun families uit de Molukken tijdelijk worden gehuisvest. Het "tijdelijke" blijkt een rekbaar begrip |
|
1957 |
De Gement wordt verbeterd en herverkaveld |
|
1958 |
De restauratie van de St. Lambertustoren en de Nederlandse Hervormde Kerk wordt afgerond; op 4 mei wordt in de toren een gedenkplaat onthuld met de namen van de Vughtenaren die door de oorlog en bezetting het leven hebben gelaten |
|
1966 |
Vught gaat over van mijngas op aardgas; De St. Janskerk wordt gebouwd en ingezegend; de parochianen (de parochie bestond al enige tijd) kerkten tot dan toe in de kapel van Mariaoord |
|
1971 |
Twee blindeninstituten uit Engelen vestigen zich in Vught: de Steffenberg en de Blizo-werkgemeenschap; ook Cromvoirt wordt aangesloten op het aardgasnet |
|
1973 |
Het Instituut voor Doven neemt "Eikenheuvel" in gebruik; Sporthal "Ouwerkerk" wordt geopend |
|
1974 |
De eerste weekmarkt wordt feestelijke geopend |
|
1977 |
Vught krijgt een cultureel centrum: De Speeldoos |