
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De plaatsnaam Wanroij bestaat uit twee delen. Het laatste deel, “roij”, komt van het achtervoegsel -rode, dat we in veel plaatsnamen tegenkomen. Het betekent “ontginning door het rooien van bos”. We kennen daarvoor ook de variant met een -a-: -rade (zoals in Kerkrade). De oudste vormen van Wanroij hebben allemaal die variant: Wanraay, Wanrade, Wanraden en Wanraij. Die laatste spelling is nog tot rond 1800 de gebruikelijke.
Het tweede element, “Wan”, heeft meer mogelijkheden. In heel veel plaatsnamen met -rode/-rade bestaat het eerste element uit een persoonsnaam, namelijk van degene die de eerste ontginning ter hand heeft genomen. Dat zou ook hier kunnen: Wano is een Germaanse mannennaam (die bijvoorbeeld nog voorkomt in de familienaam Wanings). Wanroij betekent dan gewoon “de ontginning van Wano”.
Je zou ook kunnen denken aan de negatieve lading die het voorvoegsel “wan” geeft aan wat er na komt (wanorde, wandaad, wanhoop, wanprestatie etc.). Dan zou Wanroij dus als het ware “mislukte ontginning” moeten betekenen. Nog afgezien van het negatieve aspect, is deze verklaring echter minder waarschijnlijk dan de vernoeming naar Wano.
Op 16 juli 1817 stelde de Hoge Raad van Adel voor de gemeente Wanroij het volgende gemeentewapen vast: "In azuur [=blauw] het beeld van de H. Cornelius van goud." Zoals in meer Noord-Brabantse plaatsen gebeurde, kwam de parochieheilige, mét zijn kruisstaf en hoorn, in het gemeentewapen terecht.
Nadat in 1942 Rijkevoort en Landhorst aan Wanroij waren toegevoegd besloot de gemeenteraad begin jaren ’60 een nieuw gemeentewapen aan te vragen, waarin elementen van die twee toegevoegde dorpen waren verwerkt. Dat betekende nog meer parochieheiligen!
Sinds 8 maart 1966 zag het nieuwe wapen er dan ook als volgt uit:
"Gevierendeeld : I en IV in azuur een in een schuinlinkse stand geplaatste drinkhoorn van goud, geopend van keel [=rood], II in goud een in schuinrechtse stand geplaatste herdersstaf van keel, III in goud een opengeslagen boek van keel. Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 paarlen."
De jacht- of drinkhoorn staat natuurlijk voor St. Cornelius, de herdersstaf voor St. Rochus, de patroon van Rijkevoort, en het opengeslagen boek voor de veelschrijver Paulus, de patroon van Landhorst.
Wanroij wordt voor het eerst in schriftelijke bronnen vermeld in 1265. Er is dan sprake van een zekere Bertradis van Wanrode, die samen met haar zoon Johan een oorkonde ondertekent.
In de Middeleeuwen valt Wanroij onder de Baronie van Grave en het Land van Cuijk. Wanroij vormt samen met de dorpen Mill en St. Hubert een schepenbank. Vanaf deze tijd tot in het midden van de negentiende eeuw wordt er met enige regelmaat geruzied en geprocedeerd over het gebied tussen de gemeente Wanroij en ingezetenen van Boekel en Volkel aan de andere kant van de Peel. Die ruzies gaan overanderlijk over het steken van turf en de grenzen van het gebied.
Door de geïsoleerde ligging is de ontwikkeling van de plaats tot rond 1925 zeer bescheiden. Pas als grote delen van de woeste Peelgronden in de gemeente tot landbouwgrond en productiebos worden ontgonnen en er een eind komt aan de geïsoleerde ligging door nieu, gaat het Wanroij meer voor de wind. Landhorst.
De Wanroijse bevolking is tussen 1800 en 1910 vrijwel constant gebleven, een ontwikkeling die sterk afweek van de algemene trend. In 1810 telde Wanroij 1.070 inwoners en in 1910 jaar waren dat er 1.131. Voor de samenvoeging met Rijkevoort en Landhorst telde Wanroij 1.895 inwoners. Doordat Rijkevoort er in 1942 bij kwam, steeg het aantal in één keer naar boven de 3.000. Het duurde tot 1966 voordat Wanroij de grens van 4.000 inwoners passeerde en tot 1989 voordat het aantal van 5.000 gehaald werd. Het dorp Wanroij telde in 2021 2.940 inwoners.
Wanroij is door de eeuwen heen vooral een landbouwdorp geweest. Wat er aan “industrie” is, is aan de landbouw gerelateerd, zoals de zuivelfabriek St. Cornelis, opgericht in 1907. Maar ook later in de twintigste eeuw is dat nog het geval: in 1978 krijgt het dorp een veevoederfabriek en in 1981 een KI-station en een mengvoederfabriek.
Natuurlijk werden er ook rond 1800 ook een aantal ambachten uitgeoefend. Er waren wevers, leerlooiers, bierbrouwers en spinners. Maar rond 1850 waren die bijna allemaal verdwenen. De voornaamste landbouwproducten waren rogge en aardappels, al leefden de meeste boeren van de opbrengsten uit de veehouderij. De molenaars van het dorp, Reijnen en Derks, behoorden tot de elite. In 1853 wordt voor het eerst melding gemaakt van een herberg. In 1882 blijken maar liefst negen mensen in Wanroij een vergunning te hebben tot “verkoop van sterke drank in het klein.”
De gemeente Wanroij heeft in de negentiende eeuw relatief veel financiële armslag, doordat de gemeente beschikt over grote stukken grond die verpacht worden. De toestand van de armen in Wanroij wordt in jaarverslagen dan ook ‘goed’ genoemd. In 1870 staat er een huis dat gratis door behoeftigen wordt bewoond. Het tehuis wordt door de gemeente onderhouden en de inrichting staat onder openbaar toezicht.
Dat neemt niet weg dat de kindersterfte in het dorp hoog was: zo’n vijftien procent van de kinderen stierf voor het tweede jaar. Illustratief is een berichtje uit het Boxmeers Weekblad: “Dezer dagen deed de heer P.W., koopman alhier, aangifte van de geboorte van zijn 25ste kind. Dertien zijn er nog in leven.”
Tegenwoordig wordt er duchtig gesport.
De geïsoleerde ligging van Wanroij heeft lang de ontwikkeling van het dorp belemmerd. Pas rond 1850 begint de aanleg van wegen in Wanroij. Maar dat is binnen het dorp zelf. Aan het eind van de eeuw begint men dan ook over straatverlichting in het dorp. In 1891 staat het onderwerp op de agenda van de gemeenteraad. Er komen zes lantaarns, die voornamelijk bij raadsleden voor de deur worden geplaatst.
Voor verbindingen met de buitenwereld moet het eerst 1903 worden. In dat jaar gaan de gemeenten Wanroij en Haps rond de tafel zitten voor de aanleg van een ‘kunstweg’ tussen beide plaatsen. Maar praten legt nog geen straten. De Graafsche Courant vraagt zich in 1904 dan ook af: “Wanneer krijgen we toch eens een grindweg naar Haps?”
Dat de wagensporen die als verbindingswegen dienst deden ook zo hun eigen gevaren met zich mee brachten, blijkt wel uit een klein berichtje in de Graafsche Courant van 1905: “Als een bewijs dat in de Peel nog wel slangen voorkomen, kan dienen dat schaapherder van den landbouwer L.G. dezer dagen in de Peel een slang gedood heeft van bijna een meter lengte. Ook de zoon van dienzelfden landbouwer reed dezen zomer met de kar in de Peel eene slang dood die zich in een wagenspoor verscholen had.”
In 1922 is de weg tussen Wanroij en Haps aangelegd, maar dat is nog geen garantie voor onbekommerd vervoer, zo blijkt uit een ingezonden brief in het Boxmeers Weekblad: “Stel je voor: een fietstochtje van St. Anthonis naar Mill. Alles gaat goed tot je de grens der gemeente Wanroij overschreden hebt. Maar dan! O lieve St. Juttemus! O mijn goeie lieve Gietklomp. Diepe sporen, waterplassen, modderpoelen! Brrr!” En zo gaat de briefschrijver nog even door. De toestand van de wegen in Wanroij is erbarmelijk.
En dat blijft nog even zo, want in 1959 schrijft het Boxmeers Weekblad: “Het probleem der slechte wegen is reeds jaren voor het gemeentebestuur van Wanroij een doorn in het oog geweest. De klachten over slechte en onbegaanbare wegen waren dan ook legio. Het laat zich evenwel begrijpen dat voor een kleine gemeente als Wanroij, met een wegennet van 260 km, de gelden niet beschikbaar waren om terstond alle slechte wegen te herstellen.”
Wanroij krijgt in 1959 10 kilometer aan nieuwe wegen, maar nog in 1972 vraagt burgemeester Smulders extra aandacht voor de wegen in zijn dorp die hard toe zijn aan verkeerstechnische verbeteringen.
Molen De Ster is een blikvanger in het dorp, naast natuurlijk de Sint-Corneliuskerk uit 1910. Opvallend voor de ‘skyline’ van Wanroij is dat niet de kerk, maar het gebouw van de coöperatieve Boerenbond het beeld domineert. Oorspronkelijk stond op deze plek de zuivelfabriek, maar die werd op 17 augustus 1949 verkocht aan de Boerenbond. Die verkoop volgde op de fusie met Rijkevoort in 1948, en dat was weer een schakeltje in de algehele schaalvergroting die zuivelindustrie heeft doorgemaakt. De Boerenbond bouwde in de plaats van de zuivelfabriek een hoge veevoederfabriek.