
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De grondeigenaren bezaten samen een grote hoeveelheid grond die door het ontbreken van een geregelde waterafvoer maar weinig waarde had. Een stoomgemaal zou de grond droog kunnen houden, waardoor de waarde fors omhoog zou gaan.
Via Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant komt er op 9 juni 1871 op de agenda van Provinciale Staten een ontwerpbesluit tot de oprichting van een “Waterschap voor een Stoomgemaal onder Dieden c.a., Deursen c.a. en Megen c.a.”.
Dit ontwerpbesluit wordt in handen gegeven van een “Bijzondere Commissie van de Waterschappen”, die al twee dagen later het ontwerp zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming vaststellen. Het ontwerpbesluit regelt de naam, de grenzen, de samenstelling van het bestuur en het vaststellen van het bijzonder reglement van het waterschap.
Dat bijzonder reglement is als het ware de werkinstructie voor het waterschap. Het opstellen daarvan is de eerste opdracht voor het voorlopig bestuur van het waterschap. Dat heeft er wel enige tijd voor nodig: pas op 15 januari 1879, dus bijna acht jaar later, wordt het bijzonder reglement bij Koninklijk Besluit goedgekeurd.
Een van de dingen die het bijzonder reglement voorschreef, was dat het stoomgemaal waar het allemaal om begonnen was, voor het einde van 1879 af zou moeten zijn. Maar die termijn wordt al snel verlengd. Want het duurt even voordat het benodigde geld er is en de juiste plaats van het gemaal is bepaald. Uiteindelijk kan de firma De Jong en Cie. (civiele ingenieurs uit Oudewater) in 1882 het stoomgemaal in werking zetten.
Het waterschap beheert de ruim vier kilometer lange dijk tot kering van het Beersche Maaswater, enkele waterlopen, de brug in de Galgestraat onder Megen, vlakbij het machinegebouw, en twee sluizen (de Demensche Veldsluis en de Diedensche Veldsluis).
In de loop van 1893 wil men de wel erg lange naam inkorten. “Het Stoomgemaal te Dieden” klinkt toch een stuk sneller. Maar zo’n naamswijziging blijkt een hoop administratieve rompslomp met zich mee te brengen, dus blijft alles bij het oude.
Het ontslag en vervolging van de secretaris-penningmeester, zoals dat op de agenda van juli 1898 staat, lijkt te duidenop een bestuurlijk probleem. Maar dat was niet het enige waarmee het waterschap te kampen had.
Een heel ander probleem bleek namelijk de machinist te zijn. Mede door overmatig drankgebruik bedient hij de stoommachine zo slordig, dat er voortdurend dure reparaties nodig zijn.
Het einde komt in 1899, als men besluit dat het zo niet langer kan. De machines worden verkocht en enkele jaren later wordt het waterschap opgeheven. Waterschap Dieden ca., Deursen ca. en Megen ca. neemt de werkzaamheden over.