Tegenwoordig kunnen we elke zondag wel ergens gaan winkelen. Er zijn koopzondagen en op feestdagen staan de deuren van de meubelboulevards wijd open. Dat is wel eens anders geweest! Enkele decennia geleden was de zondagsopening van winkels in Lith een heet hangijzer.
In 1930 komt na jaren van overleg eindelijk de eerste winkeltijdenwet, waarin de winkelsluiting in Nederland wettelijk geregeld is. De wet ontstaat om een halt toe te roepen aan de scherpe concurrentie tussen buurgemeenten. Daarnaast moet het de scheve verhouding tussen winkels met personeel en zonder personeel recht trekken. Doelstelling is het bevorderen van eerlijke concurrentieverhoudingen door gelijke uitgangsposities.
Geregeld wordt dat winkels op zondag zijn gesloten en dat ze op werkdagen van 5.00 tot 20.00 open mogen zijn, op zaterdag zelfs tot 22.00 uur. In 1951 wordt de wet herzien en worden de openingstijden verder beperkt. Winkels mogen op werkdagen alleen nog maar open zijn tussen 5.00 en 18.00 uur. Over dit laatste maakt de gemeenteraad van Lith zich erg druk, vooral vanwege de kleine kernen. Er ontstaat een levendige correspondentie met de Kamer van Koophandel en de Minister van Economische Zaken.
Die kleine kernen zijn Oijen en Teeffelen. De gemeente wil hier de winkels namelijk ook op zondag enige uren geopend hebben. Als reden wordt aangeven dat de winkeliers benadeeld worden door de zondagse verkoop van rookartikelen in de cafés. Men wil ook niet tornen aan de gewoonte om op de zondag, tussen en na de kerkdiensten, te winkelen. Vooral de mensen die verder van de dorpskern afwonen maken daarvan gebruik.
Verder wordt het ontbreken van automaten genoemd. En dan is er nog het gebruik bij veel boeren en arbeiders om speciaal op zaterdagavond naar de kapper te gaan om zich voor de zondag te laten scheren. Om die laatste reden wil de gemeente de openingstijden op zaterdagavond verruimen tot 22.00 uur. De minister zet vooral bij dit punt vraagtekens: hoe staan de kappers daar zelf eigenlijk tegenover?
Als resultaat van alle discussie neemt de gemeenteraad in 1957 de verordening aan, waarbij winkels waar in hoofdzaak levensmiddelen, versnaperingen en rookwaren worden verkocht, op zondag open mogen zijn, van half elf tot half twee. En de kappers? Op zaterdagavond mag men tot negen uur bij de barbier terecht om het weekend gladgeschoren te kunnen beginnen.
De meest recente winkelsluitingswet gaat overigens aan het dorp voorbij. In Oijen en in Teeffelen is de laatste supermarkt dan namelijk allang gesloten.
In 1930 komt na jaren van overleg eindelijk de eerste winkeltijdenwet, waarin de winkelsluiting in Nederland wettelijk geregeld is. De wet ontstaat om een halt toe te roepen aan de scherpe concurrentie tussen buurgemeenten. Daarnaast moet het de scheve verhouding tussen winkels met personeel en zonder personeel recht trekken. Doelstelling is het bevorderen van eerlijke concurrentieverhoudingen door gelijke uitgangsposities. 
Geregeld wordt dat winkels op zondag zijn gesloten en dat ze op werkdagen van 5.00 tot 20.00 open mogen zijn, op zaterdag zelfs tot 22.00 uur. In 1951 wordt de wet herzien en worden de openingstijden verder beperkt. Winkels mogen op werkdagen alleen nog maar open zijn tussen 5.00 en 18.00 uur. Over dit laatste maakt de gemeenteraad van Lith zich erg druk, vooral vanwege de kleine kernen. Er ontstaat een levendige correspondentie met de Kamer van Koophandel en de Minister van Economische Zaken. 
Die kleine kernen zijn Oijen en Teeffelen. De gemeente wil hier de winkels namelijk ook op zondag enige uren geopend hebben. Als reden wordt aangeven dat de winkeliers benadeeld worden door de zondagse verkoop van rookartikelen in de cafés. Men wil ook niet tornen aan de gewoonte om op de zondag, tussen en na de kerkdiensten, te winkelen. Vooral de mensen die verder van de dorpskern afwonen maken daarvan gebruik. 
Verder wordt het ontbreken van automaten genoemd. En dan is er nog het gebruik bij veel boeren en arbeiders om speciaal op zaterdagavond naar de kapper te gaan om zich voor de zondag te laten scheren. Om die laatste reden wil de gemeente de openingstijden op zaterdagavond verruimen tot 22.00 uur. De minister zet vooral bij dit punt vraagtekens: hoe staan de kappers daar zelf eigenlijk tegenover? 
