Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Allemaal? Nou, bijna allemaal. Er zijn uitzonderingen. In 1864 gaven Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant aan de heer Aug. Corn. van Lanschot te ’s-Hertogenbosch, toestemming om eene pont op de rivier de Dommel te mogen leggen ten einde in den hooitijd in de gelegenheid te zijn, om hooi naar den straatweg per as te kunnen vervoeren.
Voorwaarden waren wel dat dit pontje de scheepvaart niet zou hinderen: de aanlegplaatsen mochten niet buiten de wederzijdse oevers reiken; de reep of de ketting die gebruikt werd om de pont over de Dommel te trekken moest op de bodem van de rivier liggen; er diende een soort noodhaventje te worden gemaakt, zodat de pont niet in de rivier lag als hij niet werd gebruikt.
Het gaat hier dus om een bootje dat niet bedoeld was voor het overzetten van personen, maar uitsluitend voor het vervoer van hooi in de oogsttijd.
De aanvrager was niemand minder dan Augustinus Cornelis van Lanschot (1794-1874), directeur van de firma Van Lanschot en daarnaast onder andere regent van het Rooms-Katholieke Armen Weeshuis in Den Bosch, Zetter voor de Directe Belastingen in die stad en van 1850 tot 1859 lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant.
Van Lanschot had het zuidwestelijk deel van wat tegenwoordig het Bossche Broek heet in zijn bezit (het groene gedeelte op het kaartje). Dit was een moeilijk bereikbaar gebied, de afvoer van de oogst van dit hooiland vormde dan ook een probleem. Van Lanschot loste dit op door van de overheid - zijn goede contacten met de provinciale bestuurders zullen hier ongetwijfeld van pas zijn gekomen - toestemming te verkrijgen om in de oogsttijd een pontje te laten varen naar de Vughtse kant van de Dommel.
Daar kon het hooi op karren worden geladen en via de weg verder vervoerd van Den Bosch naar Vught. Of dit pontje ook daadwerkelijk heeft gevaren, en zo ja, hoe lang het bootje in bedrijf is geweest, weten we niet.