Zou Corry blij geweest zijn met het boek en inderdaad in een hoekje van de kamer het boek in één keer hebben uitgelezen? Ik hoop het voor de moeder die dit lieve gedichtje zo rond 1895 geschreven heeft.
Een Sinterklaasgedicht voor Corry
En onze Corry, o zoo fijn! Die zou niet graag vergeten zijn.
Ook zij wordt op haar wenk bediend Door St. Niclaas, haar goede vriend.
Ze heeft niets liever dan een boekje En kruipt daarmede in een hoekje.
En leest totdat de lange snuit van Pietje blaast ’t vertelsel uit.
Hier vindt ge ’t boekje kleine juf Maar lees u toch vooral niet suf.
Je goede vriend, St. Nicolaas
Het gedichtje is afkomstig uit het familiearchief Sopers. Een van oorsprong Bossche familie die rond de tijd van dit gedichtje al ruim drie eeuwen in ’s-Hertogenbosch woont. De naam van de moeder is Anna Maria Jacoba Smits. Zij is geboren in Veghel op 6 juni 1849.
Ná haar huwelijk met Theodorus Sopers gaat zij met haar man in een bovenwoning in de Verwerstraat in ’s-Hertogenbosch wonen. Door hun huwelijk is de band tussen de beide welgestelde families meteen vastgelegd. De familie Sopers, ooit begonnen als meestervleeshouwers, worden later regenten van het RK Arm- en Weeshuis. Ook het beroep van gemeenteontvanger wordt door enkele leden van deze familie uitgeoefend. Zelfs in de gemeentepolitiek laten zij van zich horen.
Het gezin Sopers-Smits laat tijdens hun huwelijk een huis bouwen in de Nieuwstraat in ’s-Hertogenbosch, waar ze op 22 september 1876 gaan wonen. Theodorus en Anna krijgen samen vijf kinderen. Het vierde kind is een meisje en heet Cornelia Anna Maria, geboren op 12.01.1882. Het gedichtje is dus waarschijnlijk voor deze ‘Corry’ bedoelt.
Wat Corry later is geworden is helaas niet bekend, wél dat zij getrouwd is met Gerard van den Dungen, kantonrechter in Eindhoven en dat zij moeder is geworden van vier kinderen. Het kan haast niet anders dan dat zij de dichtkunst van haar moeder, die in 1940 overlijdt, vast ook bij haar eigen kinderen rond de maand december vaak zal hebben kunnen gebruiken.
(uit: Familiearchief Sopers te ’s-Hertogenbosch, toegangsnummer 7643, inv.nr. 151)
Theodorus Sopers had ontzettend veel bezittingen in Schijndel rondom de oude Clarissen- of Nonnenbossche- of Houterdse Hoeven, een uitgesproken grootgrondbezitter.
Ook het beroep van gemeenteontvanger wordt door enkele leden van deze familie uitgeoefend. Zelfs in de gemeentepolitiek laten zij van zich horen.
