Op 14 april 1930 verzoekt de zwemvereniging te Sint-Oedenrode toestemming aan het college of er een afrastering gemaakt kan worden in de Sluiswiel en een gedeelte zo in te richten dat het gevaar voor verdrinking voor de niet of althans weinig geoefende zwemmers is uitgesloten. Wat later vraagt de in hoofdzaak katholieke bevolking aan het dagelijks bestuur der gemeente Sint-Oedenrode het volgende:
Dat in deze gelegenheid scheiding van sekse streng worde doorgevoerd.
Dat het baden onzichtbaar is voor de rest van de bevolking.
Dat er streng toezicht is, ten einde onwelvoeglijkheden voor, tijdens en na ’t baden te voorkomen.
Dat er een behoorlijke gelegenheid zij om zich te ontkleden.
Dat de wenselijkheid worde overwogen dat op één of meer bepaalde dagen der week de inrichting voor een ieder gratis open is.
Dat er na gebleken goede functionering der inrichting, een streng toezicht is, dat op andere plaatsen in de gemeente niet gebaad worde.
Willie Damen van de Mosselaer
zei op 1 februari 2016 om 07:44
Afwijzende beschikking op een verzoekschrift van 22 mei 1905, tot oprichting van een badhuis aan de Dommel van gemeentewege. H. de Leijer en vijftien andere ingezetene dezer gemeente, verzoeken met het oog op de gezondheid der inwoners van deze gemeente een inrichting of gelegenheid van gemeentewege open te stellen, waar men zich behoorlijk en zonder levensgevaar kunnen baden. Dat de badinrichting zou gemaakt kunnen worden in de Sluiswiel aan de zijde van de gemeenteweide of bleek genoemd “de Pas”. Het lid Kemps zegt, dat in de Gemeente Sint Michielgestel een draad over de Dommel is gespannen voor de veiligheid der baders.
Marilou Nillesen
bhiczei op 1 februari 2016 om 20:42
Mooie aanvulling Willie! Er is duidelijk heel wat water door de Rijn gestroomd voordat de Neul er is gekomen ;-) Interessant materiaal!
Rens van der Heijden
zei op 13 februari 2016 om 12:33
Na het lezen van de bovenstaande berichten over zwemmen in de sluiswiel moest ik denken aan een bericht over de verdrinking van een van mijn voorvaders in 1782. De volgende akten heb ik daarover terug kunnen vinden:
Visitaie van het doode lighaam van Gerard van der Hijde geweseen inwoonder alhier, dat deese namiddag uit de sluiswiel sijn opgevist.
Compareerde Jan de Poorter, Adriaen van de Mosselaer, Jacobus Bex, Jan Francis van Ham, Jan Sendrix en Cornelis van der Stroom, alle inwoonderen alhier. Jacobus Bex verklaart dat hij op den selven avond heeft gestaen voor de deur van Hendricus van Hoorn molenaer alhier, alwaar hij als knegt woonde, en dat als doen benevens hem gekomen is Gerad van der Hijde sijn weg nemende na den Sluijs. De drie laasten verklaren dat sij in gedagten sijn, dat van der Hijde van het sluijs bruggetje soude gevallen sijn, en sulx te meer wijl desselvs hoed, des maendags morgens in de Dommel gevonden was. Maendags en vervolgens dagelijx gesogt hebbende na het doode lighaam van Gerard van der Heijden, tot sij het selve gisteren na de middag uit den sluiswiel van en grond hebben opgevist.
Marilou Nillesen
bhiczei op 15 februari 2016 om 09:01
Wat een tragisch verhaal, Rens, maar wel een mooie aanvulling. En wat een toeval dat hierin ook een Adriaen van de Mosselaer in voorkomt! (als je kijkt naar de achternaam van de schrijfster van dit verhaal...)
Willie Damen van de Mosselaer
zei op 15 februari 2016 om 10:16
Het tragische verhaal heeft mij bij het verwerken van de tekst ook ontroerd. Maar zijn naam is dankzij Rens weer genoemd.. De meeste personen die in de akte staan woonde in de Eerschotsestraat.
