" Den Raet van Brabant schrijft vanden 14 deses aende Ho: MO: heeren SG dat heur vertoont is eene memorie daervan den inhout is dat inde meijerije vanden Bosch gelegen sijn de naevolgende dorpen als ERP ende VECHEL dewelcke verpant geweest sijnde voor 21 jaeren, die nu in februari lestleden sijn geexpireert als mede van RYCXSTEL ende ARLE daervan de verpondinge [zal wel verpanding moeten zijn!] expireert inden jaere 1641 ende dan noch van NUNEN ende GERWEN mette gehuchten vandyen daer van de verpondinge [zie de opmerking bij Aarle Rixtel] uytgaet 1641 toecomende, versoeckende dat nae dyen tijt heur Ho: Mo: de voors. dorpen willen laten comen onder de hoochschouten vande meijerije vanden Bosch daeronder deselve resorteren,opdat de vijant geen occasie en hebbe met verder usurpatie vande voors. meijerije vanden Bosch voorts te varen -
heur Ho: Mo: stellen de missive ende bijgevoechde memorie in handen van den Raet om te visiteren, examineren, oock te adviseren wat voor den dienst vant lant behoort gedaen te worden ende hoe oft waer te vinden de pantpenningen den pantheffers competerende, waerop gelet sijnde is goetgevonden alvorens te adviseren de requeste te seijnden in handen vanden rentmr. DE FRESNE om advys".