Notaris-, schepen- en andere akten

202 (zie ook: folio 499v) Brief van rentmeester PIECK van 29 september die dient als advies op het rekest van Jan Dircs VAN DUYNHOVEN van de 18e september inzake het rentmeesterschap van Erp, Veghel, Beek, Aarle en ’s-Hertogenlande dat niet is verpacht maar opgehouden ‘overmits de suppliant ten tyde synder bedieninge de domeynen merckelick diensten heeft gedaen, daerover hy soodanich in t’ooge is geraeckt dat de regeerders hem tselve onderrentmeesterschap hebben soecke te onderpachten, tot groot nadeel van de voors. domeynen, om waartegens te voorsien heeft hy rentmr. ende leenmannen gestatueert, dat dergelicke onderrentmeesterscappen eens gepacht synde, niet en sullen mogen worden overgedaen worden int geheel ofte ten deele aen enich dorp oft corpus, meynen oversulcx dat men tvoors. onderrentmeesterschap als van weynich importantie synde ende niet meer dan 72 gl. jaerlicx renderende aenden suppliant soude mogen laten by continuatie mits den selven pacht verhoogende met ses gulden sjaers – waerop gelet synde is dese sake uytgestelt tot stercker collegie”. Op folio 499 van 13.10.1651 wordt in dit verzoek toegestemd voor de tijd van 1 jaar mits hij 28 gulden betaalt aan de domeinen.