178.196 Resoluties Raad van State (178.196)
13 Rekest van de kerkmeesters van de kerk der heerlijkheid GEFFEN verklarende dat ze van oude tijden hebben betaald vanwege de octrooien van de Geffense vroende in twee cijnzen, zes Leuvense ponden per jaar aan de domeinen en daarvoor altijd 16 gulden lopend geld hebben betaald zoals blijkt bij de kwitanties. Nu heeft de laatst overleden rentmeester DE FRESNE of zijn commies DREIJSCHOIR onder voorwendsel van een ‘geimagineerde intrinsicque valeur der ponden lovens’ 27 gulden gevorderd, wat de huidige rentmeester PIECK ook doet. Men vindt dit onredelijk en men verzoekt terug te vallen op het oude bedrag. De Raad heft besloten rekest en bijlagen door te sturen naar rentmeester Pieck om dat nader te onderzoeken.
Datering:
26 januari 1654
Pagina:
45
Plaats:
Geffen
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen:
178.196 Resoluties Raad van State (178.196)
14 Verscheiden malen zijn de declaraties van hoogschout BERGAIGNE onderwerp van gesprek geweest betreffende het schrijfloon en vacaties i.v.m. het verkrijgen en overleveren van de verpondingsquohieren van de meierij. Ze zijn door commies CASEMBROOT nader onderzocht en bedragen 850 gulden. Men kan akkoord gaan met 600 gulden. Declaratie en bijlagen zullen worden doorgestuurd naar de generaliteitsrekenkamer.
Datering:
26 januari 1654
Pagina:
45v
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
178.196 Resoluties Raad van State (178.196)
15 Advies van rentmeester Pieck op het rekest van het dorpsbestuur van MOERGESTEL ‘deducerende het recht van judicature ter eerster instantie over vroenten gemeenten ende andere partijen vande domeijnen dependerende aende leen- en tolcamer tot ’s-Hertogenbosch soo als daerbij in ’t lange is te sien’. Men wacht ook het advies van rentmeester Schuijl af.
Datering:
27 januari 1654
Pagina:
48
Plaats:
Moergestel
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen:
178.196 Resoluties Raad van State (178.196)
16 Bericht van rentmeester SCHUIJL op het verzoek van Lambertus VAN DEN WATERLAET predikant te MAREN en ALEM om te Alem te mogen gaan wonen en 60 gulden huishuur te mogen genieten. Men houdt vast aan en besluit van 18 april 1653 dat hij te Maren blijft wonen en dat, in geval hij in het pastoriehuis van Alem zou betrekken, de rentmeester het huis in Maren zal verhuren ten profijte van het land.
Datering:
27 januari 1654
Pagina:
48v
Plaats:
Maren / Alem
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State