Notaris-, schepen- en andere akten

13 Rekest van de regenten en principale geërfden van Steensel in kwartier Kempenland op een rekest van Henricus Feilingius en Gerard van Eik te kennen gevende dat zij op 17 juli 1724 ten tijde van de laatste verpachting der tienden, die aan het gemene land toebehoorden, gepacht hebben gehad de tienden over het dorp Steensel en haar tot het inzamelen ervan met paard en kar naar die plek hebben begeven, niet alleen verscheidene ontmoetingen zowel door het afbreken van bruggen, weigering van inlogering als anderszins hebben gehad, maar dat bovendien de 2e suppliant [van Eik] aldaar ter plaatse op een wrede en onmenselijke wijze met een zicht of een scherp snijdend instrument mishandeld is geworden alsmede met het slaan op zijn hoofd en armen, dat de suppliant mits de dodelijke bekomen verwondingen of kwetsuren en zware bloeduitstortingen lange tijd in doodsgevaar heeft gelegen en daar uiteindelijk wel is uitgekomen en het leven heeft behouden, maar dat hij suppliant echter mits het afsnijden van alle de musculen, zenuwen, slagaders [arteriën] en spieren van zijn been daarvan tot op de dag van heden nog niet is hersteld en er ook geen uitzicht is dat hij zal herstellen, maar zijn leven lang een daarvan zal overhouden een stijf en verminkt been zoals uit de attestatie blijkt en hij te ene male buiten staat is geraakt om verder zijn kost te kunnen verdienen; dat de daders tot op heden nog niet zijn ontdekt en door het dorp aan de supplianten geen schadevergoeding is uitgekeerd of enige order daarop is opgesteld; dat de supplianten daarom genoodzaakt zijn geweest de schade bij declaratie op te maken en zich te wenden tot de Ed: Mo: met een zeer ootmoedig verzoek of de Ed: Mo: de goedheid zouden willen hebben de schade ten laste van het dorp Steensel te taxeren zodanig als ze goedvinden te behoren en speciaal aan de 2e suppliant het nodige toe te leggen in levensonderhoud

14 Pleidooi in de zaak van de admodiatuers van de impost op de wijnen over de stad ’s-Hertogenbosch aan de ene kant en Willem Wijnands vader van zijn minderjarige zoon Jan Wijnands, de weduwe van Henricus de Potter, de weduwe van Henricus Hooft, Gerardus Dekkers en Johan van Ravesteijn aan de andere kant

15 Missive van ontvanger van Suchtelen die aangeeft dat hij genoodzaakt is geweest bij executie te doen verkopen de huizen en erven van de weduwe Hendrik Draak en Mathijs van Dilsen, staande binnen de stad ’s-Hertogenbosch om daarvan te verhalen de verpondingen die men aan zijn kantoor was verschuldigd [met details]

16 Missive van ontvanger van Pallant aangevende dat hij na voorgaande solemniteiten bij executie heeft verkocht de goederen zoals die zijn nagelaten door Jenneken Gerits weduwe van Jan van Wanroij overleden te Beek in het kwartier van Peelland