Notaris-, schepen- en andere akten

57 Rekest van Hendrik Adolphus Fabricius medicine doctor te Keulen te kennen gevende dat de overleden landcommandeur van de balie van Aldenbiesen de Baron van Sickingen in een akte van 1 september 1748 op zijn zoon Godfried Diderik Fabricius heeft begunstigd met het beneficie van de kapel te Liessel voorheen bezeten door Jan Bernard van Rielle en dat die collatie bij akte van de Ho: Mo: dd. 8 mei 1749 was geapprobeerd, maar dat zijn zoon enige maanden later is komen te overlijden en dat de huidige landcommandeur Baron van Steijnen hetzelfde beneficie heeft gegund via een akte van 22.9.1749 op de stiefzoon Adolf Diderik Burgermester voor een periode van 7 jaren en 5 december 1750 geapprobeerd en hij heeft de eed van zuivering gedaan en de suppliant verzoekt nu om een akte van betaling op de rentmeester der geestelijke goederen Hendrik de Kempenaar over de periode september 1748 tot september 1749 waarin des suppliants overleden zoon de collatie heeft bezeten en verder voor de volgende periode van 7 jaren voor zijn stiefzoon; de raad gaat akkoord