Daarna volgt een rente van 9 gl. 7 st. verkocht door Jan zoon van Jan Jacops uit huis erf hof boomgaard en akkerland aan één plak 14 vaatzaad in Oss aen het Amsteleijnde met als belendingen Pauwels Lamberts, Gerart Jan Ceel Hermans volgens een Bossche schepenbrief dd. 31 januari 1619 ondertekend door A. van Hees; vervolgens een rente van 6 gl. 5 st.
verkocht door Nicolaes zoon van wijlen Adriaen Claessen uit Oss uit een stuk akkerland omtrent een sesterzaad onder de vrijheid Oss bij de Moelenstraet met als belendingen Willem Ruijsen, Jacop de broer van de verkoper, en uit een stuk akkerland van 4 vaatzaad onder Oss ter plaatse den Heescherenwech naer de Heijde met als belendingen Jacop vs., Merycken de weduwe Dielis Hendricx volgens een Bossche schepenbrief dd. 22 januari 1620; een rente van 12 gl. 10 st. verkocht door Dierick zoon van wijlen Daniel Janss. uit huis erf hof teulland 8 vaatzaad te Oss ter plaatse Schadewijck ter plaatse Wevereijnde, met als belendingen een zekere Ansem, de kinderen van Mr. Gijsberts van Berchem, volgens een Bossche schepenbrief dd. 20 februari 1620 ondertekend door A. van Hees; een rente van 3 gl. beloofd door Peter zoon van wijlen Claes Stevens aan Joostken dochter van wijlen Peter Lamberts te betalen op ‘Pijnstdach’ [Pinksteren?] volgens een Bossche schepenbrief dd. 20 mei 1642.
De brieven van de vs. renten zullen bewaard worden in de archieven van de kerk van Oss t.b.v. de beursiers en een van de kerkmeesters zal de administratie voeren die de boekhouding moet uitreiken aan de studenten en een rekening overleggen aan de pastoor en de schepenen ook over andere inkomens van de kerk