Notaris-, schepen- en andere akten

17 Adriaen Janssen van Boesdonck (60) uit Schijndel en Peter Adriaens (47) uit Sint Michielsgestel met een verklaring ten behoeve van Jan Jacobs Dircxssen namelijk dat genoemde Jan op 16 februari 1635 tegen Peter Aertssen heeft afgerekend de achterstallige pachten van een rente van 3 guldens vervallen tot 1635. Marten Aertssen is de broer van Peter; kennelijk is een accoord afgesloten. Getuigen: Jacob Jorissen en Jan Adriaens te Sint Michielsgestel.

18 Aerdt Jaocbs van Gruenendael te Sint Michielsgestel met een verklaring ten behoeve van Jan Matheussen namelijk dat hij heel goed weet dat bierbrouwer Lenaert Janssen in de Roijpoordt te ’s-Hertogenbosch in 1649 omtrent bamis (1 oktober) van Heijlken weduwe van Matheussen en Jan Matheussen haar zoon hopgewassen heeft gekocht, waarover discussie is ontstaan. Getuigen: Jan Herman Schuermans en Sebastiaen de Vries, schepenen te Sint Michielsgestel.

19 Anthonis zoon van Adriaen Janssen van den Sande jongeman (24) uit Schijndel die een verklaring aflegt ten behoeve van Nicolaas Peeters van Grinsven secretaris en stadhouder van hoogschout Bergaigne en dus door de vorster gedaagd namelijk dat hij attestant op 6 maart 1650 in de avond omtrent 9 uur met zijn broer is gekomen nabij het huis genoemd de Roose op die Voort en gaande de rechte weg namelijk een openbaar voetpad die loopt naar de kerk van Schijndel heeft gehoord dat Paulus Janssen van Helmont in de wandeling genoemd Paulus Schouten met zijn vrouw en knecht achter hen aan kwamen praten die naar de mening van de attestant van de moeder van Paulus en naar het huis de Roos gingen waar Paulus woonde en de attestant verklaart gehoord te hebben dat dat Paulus tegen zijn gezelscha sprak: “Wat zijn dat voor schelmen”, waardoor de knecht bij hen is gekomen en wederkerende bij zijn meester heeft gezegd: “Het zijn eerlijcke knechtts”, maar desondenks heeft Paulus gezegd: “tsijn vagebunden, het sijn peirdtdieffven” , welke uitspraak hij enige keeren herhaalde; hierop verklaart de attestant dat hij hierop heeft geantwoord: “Siet wel toe dat u peirdt niet gestoolen en wordt”. Hierop zei de vrouw van Paulus: “Hoe gij spreeckt off men u niet en kende” en daarna zijn ze het huis in gegaan; voorts verklaart de attestant dat zij (overmits eenich rumoer dat hij in huis hoorde) een luttele tijd stil is blijven staan luisteren en dat op dat moment een van de vensters van het huis werd opengestoten en vandaar uit een schot met een geweer werd gelost, maar vanwege de duisternis en omdat het geschiede vanuit het huis niet heeft kunnen zien wie dat schot loste, maar door dit schot is hagel terecht gekomenin het rechteroog en in zijn hoofd van de attestant en hij is daar doodziek van geworden en heeft ook het zicht van dat oog verloren. Getuigen: Anthonis Adriaenssen Smidts en Gerit Corstiaens Verhaegen.

20 Jan zoon van Dirck Hendrickx (21) en Lijsbeth dochter van Ruth Willems jongedochter (21), Jan als boerenknecht en Lijsbeth als dienstmaagd van Paulus Janssen van Helmont die ten behoeve van Nicolaes Peters van Grinsven secretaris en stadhouder van hoogschout Bergaigne, gedaagd door de vorster van Schijndel met een nadere verklaring van Anthonis (zie vorige akte) werd bevestigd. Getuigen: Nicolaes van der Sande secretaris te Sint Oedenrode en Anthonis Adriaens Smidts