Notaris-, schepen- en andere akten

37 Op 31-12-1810 is door secretaris rechtbank van Helvoirt ten verzoeke van Hendrikus Maas: Louis Florentius van Ruelo en Antoni Schouten, schepenen van ’s-Hertogenbosch bekennen, dat Philip Willem Molhuijsen, ingebieder der stad, die verklaart uit kracht van autorisatie van de heer procureur Petrus Henricus van Fenema als gelaste van Willem Hendrik van Thije Hannes, wonend alhier als gemachtigde van Balthazar Constantijn Ruijsch en Daniel Ruijsch, obtinenten van willige condemnatie van schepenen van ’s-Hertogenbosch 31-7-1810, ten laste van Joost Beex, wonend te Helvoirt: perceel houtbos te Helvoirt, toebehoord hebbend aan Joost Beex, voorschreven Philip Willem Molhuijsen uit kracht van autorisatie had verkocht aan Hendrikus Maas, wonende te Helvoirt.

38 Op 31-12-1810 is door secretaris rechtbank van Helvoirt ten verzoeke van Embertus de Bont: Louis Florentius van Ruelo en Antoni Schouten, schepenen van ’s-Hertogenbosch bekennen, dat Philip Willem Molhuijsen, ingebieder der stad, die verklaart uit kracht van autorisatie van de heer procureur Petrus Henricus van Fenema als gelaste van Willem Hendrik van Thije Hannes, wonend alhier als gemachtigde van Balthazar Constantijn Ruijsch en Daniel Ruijsch, obtinenten van willige condemnatie van schepenen van ’s-Hertogenbosch 31-7-1810, ten laste van Joost Beex, wonend te Helvoirt: perceel nieuw erf met wei en houtbos te Helvoirt, toebehoord hebbend aan Joost Beex, voorschreven Philip Willem Molhuijsen uit kracht van autorisatie had verkocht aan Embertus de Bont, wonend te Helvoirt.