Notaris-, schepen- en andere akten

97 Voor schepenen van Oeffelt zijn verschenen Aard Bax en Petronella van Duijnhooven, wonend te Oeffelt, die te kennen geven dat vermits men op 26-9-1803 de gerede en ongerede goederen, die ze hebben, met commer en arrest hebben belast. Zij willen zich hiertegen verdedigen en geven hiervoor een volmacht aan advocaat meester Pieter Vermeht, wonende te Cuijk om de zaken voor hen te regelen. Copie Cuijk 14-5-1804.

98 Voor schepenen van Cuijk zijn verschenen Hermina van Elst weduwe van Jan van der Logt voor zich en als moeder en voogdes van Maria van der Logt; Gradus van der Logt, wonende op de Groote Geest; Aart Gerts gehuwd met Sibilla van der Logt. Beide laatsten zich tevens sterk makend voor hun afwezige zusters Petronella van der Logt gehuwd met Hendrik Schamp te Grave en Geertruij van der Logt mede met haar man een militair persoon elders in garnizoen, samen voorkinderen van Johan van der Logt bij Johanna Meeuwissen in eerste huwelijk; verder Godewart van der Logt, arbeider wonende te Beers zich mede sterk makend zich mede sterk makend voor zijn zus Johanna van der Logt, elders als dienstmaagd woonachtig, met voornoemde Maria van der Logt, eigen kinderen van Hermina van Elst bij wijlen Jan van der Logt, die te kennen geven, dat de advocaat P. Vermehr, namens kerkmeesters der roomse kerk te Haps na gerechtelijke commerslag van 12-3-1804 enige goederen gaat verkopen. Copie 12-6-1804.