Notaris-, schepen- en andere akten

217 Adriaen van Rossem, geboren in het graafschap Sutpheen, omtrent 22 j., tegenwoordig soldaat in het regiment des Gardes du Corps du Roij in Frankrijk, wonende te Faulxbourg Sainct Marcel les Paris, rue Montsetard, parochie Sainct Medard, wil zijn bezittingen in het land van Cuijck verkopen. Hij machtigt zijn neven Otto van Rossem, Henrick van Brijenen en Jacop Both vander Eem om namens hem op te treden en zijn belangen te behartigen. Op 17-06-1615 passeert voor schout, burgemeesters en schepenen van Amersfoort de akte. Op 19-04-1616 vindt verkoop plaats. Op 14-10-1616 passeert voor notarissen te Parijs de akte waarin wordt bepaald dat de neven namens de verkoper de kooppenningen in ontvangst mogen nemen en de kopers in hun gekochte goederen bevestigen. Zij moeten de kooppenningen goed beleggen en beheren tot verkoper 25 jaar zal zijn. Op 16-02-1617 geeft de Raad van Brabant in den Haag toestemming. Verkocht wordt eenen Spijcker genaamd ’s Hartogentorne metten hoff, bongart, weijde en plantaige daer toe gehoerende, aan Gillis van Elshout Raidt en Mr. Ordinaris van zijne hoogh. de rekenmeester tot Ruremonde en Catharina Maes zijn huisvrouw. De goederen zijn gelegen te Groeningen, met e.z. beneven jonker Laren weijde, a.z. Derick Lenarts en Lens van Trist erf, e.e. Gerart van Guilicx erf en de gemeijnte, a.e. de gemeijn straet. Item nog een stuk teulland genaamd den Acker gelegen op het Heijvelt en nog een stuk land grenzend aan de gemeijn straet. Aan de erfgenamen van Boicholz drost te Wageningen 250 gld. hooftgelts en graanpachten (rogge, gerst en haver)aan Mr. Willem op de Locht, aan Cornelis aent Hecken, Jan Jaspers, Derick van Hertevelt herkomende van Ceel vanden Broeck, aan Jan de Kremer, Aernt Henricks en aan Teuwen Berchs.