Notaris-, schepen- en andere akten

341 Scheiding en deling tussen Peeterken Jan Rooversdochter, weduwe van Jan Jans Cuijper en Jacop en Jenneken haar kinderen verwekt bij voorschreven Jan Jans Cuper, geassisteerd met Rover Jans haar broeder en Willem Jans Cuiper haar zwager enerzijds en Gaert Aerts weduwnaar van Geertken Jans haar overleden dochter anderzijds. Guert Aerts zal hebben en behouden alle goederen zowel hier als te Venraij gelegen die zij met haar overleden man heeft bezeten. De voorschreven weduwe met haar kinderen blijft behouden, hetgeen haar van het goed ten Bosch en van haar zuster Enneken zaliger over de Mase aanverstorven is en wat haar nog mag aanversterven. Guert Aerts krijgt tot zijn last alle schulden die Peeterken en wijlen haar man hebben en hij zal meteen aan zijn zwager Jacop uitkeren 50 gld. Graefs gelt, zijn vaders kleren en 2 bijstocken. Aan Jenneken zal hij ook 50 gld. geven en als zij gaat trouwen een bed, een deken, een koe en de kleren van wijlen haar zuster Geertken die deze op Paasdag gedragen heeft. Peterken zal bij Guert inwonen en door hem onderhouden worden, ook als zij ziek mocht worden, daartoe zal hij onder de coppel houden 2 oijscapen met eenen steen vlasch jaerlicx. Mochten Peterken en Guert en zijn toekomstige echtgenote niet goed kunnen opschieten, dan zal zij de kamer in het huis tot woning krijgen, alsmede de nodige brandstof, rogge en boekweit.