Notaris-, schepen- en andere akten

9 Voor schepenen te Oeffelt is gecompareerd Peter Huerkens, burgemeester en president schepen en wonend te Oeffelt en verklaart te machtigen Alexander Schonermarck, practiserend te Beugen, Land van Cuijk om voor schoutambt Escharen en schepenen Beers een akte van kommer en arrest 31-7-1804 en bij panding 25-0-1804, gerechtelijk te volgen alle gerede en ongerede goederen, akten, effecten etc. die Willem van der Wielen en Eleonora Sweermans te Beers hebben.

10 Voor schepenen te Cuijk zijn gecompareerd Willem van der Wielen en Eleonora Sweermans, echtelieden te Cuijk en verklaren dat er aangezien op hun gerede en ongerede goederen, akten, effecten, etc., welke zij bezitten te Cuijk, Oeffelt en Beers een akte van kommer en arrest ligt. Dingbank Cuijk 30-7-1804: - door advocaat Mr. Kesschietre van Havre als lasthebbende van Richard Slurenberg in compagnie te Rotterdam en de heren Van Leeuwen en Van Spengler in compagnie te Nijmegen; door Meester Frederick Verheijen lasthebbende van de Eerwaarde Carmelitessen te Boxmeer door advocaat Mr. P. Vermehr lasthebbende van de Heren L.W. de Fockert te Nijmegen, kapitein Pfeiffer te Cuijk, van A. van den Bungelaar te Beers, van Hendrik Hurkens te St. Agatha, van de Heren Frederick en Albert Schanasen Zoenen te Kaldenkirchen, van de weduwe Hoog te Oeffelt en van koopman Roggen te Nijmegen. Dingbank Cuijk 31-7-1804: door advocaat Mr. P. Vermerhr lasthebbende van Peter Barten te Beers, van de erven van Tuerenhout te Grave, van de kooplieden Punsge te Kaldenkirchen, van de kooplieden Coenen te Wesel, van N. Gerritse te Dieden, van J.M. van Bocholt en M.T. van Bocholt te Boxmeer; door Mr. Edm. Ruijs als rentmeester en door Daniel Heinsius als lasthebbende van zijn schoonmoeder Susanna Maria van Bosveld weduwe Heinsius. Dingbank Cuijk 2-8-1804: door advocaat Vermehr voor de obligatie ten name van Johannes Dirkze afgegeven. Dingbank Beers 31-7-1804: door practizijn Schonermarck voor zich en als lasthebbende van Peter Hurkes en van Gradus Willems; door advocaat Mr. P. Vermehr namens koopman Rogge te Nijmegen en als lasthebbende voor kapitein A. Pfeiffer te Cuijk. Dingbank Beers 7-9-1804: door advocaat Mr. P. Vermehr namens de kooplieden Punsge te Kaldenkirchen. Dingbank Oeffelt 30-7-1804, 31-7-1804 en 1-8-1804: door advocaat P. Vermehr namens Gradus Mooren te Oeffelt, namens kapitein A. Pfeiffer vanwege arrest te Beers en lasthebbende van koopman A.W.H. van den Burch te Nijmegen.

11 Deze akte is in het Nederlands en in het Frans opgesteld. Comparanten voor Hendrik Antoon Milliard, openbaar notaris Roermond, de heren Joannes Pollart, rentenier gehuwd met Johanna Maria Rijcksz; Petrus Petit, advocaat gehuwd met Maria Aldegondis Pollart, allen wonend te Roermond en Hendrik Constantimus Polart, rentenier gehuwd met Maria Theresia Simons, wonend te St. Odilienberg, en zij geven volmacht aan Hendrik Cruijsen, oud schepen van Groot Linden om te transporteren en over te dragen ten erfelijk profijt van Jan Martens en Anna Maria Barten, echtelieden te Beers een bouwhof, landerijen, hooi- of weilanden, tienden etc. te Beers en Cuijk, welke reeds sinds jaren door kopers gebruikt worden. Akte opgemaakt 27-10-1804 ten huize van Petrus Petit, getuigen Philippus Thomassen te Roermond en Johannes van der Vorst te Posterholt. Geregistreerd Beers 25-1-1805.

12 Leendert Klaassen en Helena Geurts, echtelieden te Beers geven te kennen dat advocaat Vermehr namens nu wijlen Klaas Jiellezen en Johannes Peter Barten te Beers als voogden van de op 23-9-1804 nog minderjarige 1e comparant en bekend met hun inmiddels voltrokken huwelijk op zijn verzoek aan nu wijlen Laurens Gijsbers als weduwnaar en boedelhouder van Johanna Peters gerechtelijk had gedenuntieerd de som van F 1000,-- op 10-8-1796 aan Peter Barten en Hermina Nillezen, wijlen ouders en schoonouders van 1e comparant schuldig waren, af te lossen. Aan dit verzoek is niet voldaan. 1e comparant geeft nu volmacht aan advocaat Mr. P. Vermerhr om namens hen de kapitale som op te eisen.