Notaris-, schepen- en andere akten

17 Voor L. J. Brouwer, ambtman te Cuijk verscheen Johanna Coppes weduwe en boedelhoudster van wijlen Jacobus Huijbers, wonend te Vierlingsbeek, welke verklaart dat de broer van wijlen haar man is overleden, genaamd Hendrikus Huijbers, in leven pastoor te Netterden in Gelderland. Aan haar en aan haar 6 nog minderjarige kinderen is toebedeeld ¼ deel van diens nalatenschap, bestaande uit roerende goederen in pastorie van Netterden, alsmede 5 kleine morgen bouwland te Vierlingsbeek. Zij krijgt toestemming om deze nalatenschap te verkopen, want via akte dd. 17-11-1783 zijn al momboiren benoemd voor de minderjarige kinderen, maar deze worden niet met naam vermeld.

18 Voor L. J. Brouwer, ambtman van Cuijk verscheen Gertruijd Ankersmits weduwe en boedelhoudster van Ph. Rink, in leven landschrijver, wonend te Vierlingsbeek, welke verklaart in dit jaar 1787 een huis met erf te hebben aangekocht in Vierlingsbeek, met toestemming van haar meerderjarige kinderen en van Johan Volckman en Theodorus Maris van Köhler als momboiren over haar minderjarige zoon Abraham Gerardus, welke echter bijna meerderjarig is. Zij wil nu een perceel weiland van 4 kleine morgen te Vierlingsbeek, openbaar verkopen. Toestemming wordt verleend.

19 Voor Gerrit Claassen scholtus, Joseph Coppers en Peter Janssen als schepenen van Vierlingsbeek verscheen Jacoba Arts, ongehuwd en meerderjarig, geassisteerd met haar broer Arnoldus Arts, welke verklaart volmacht te verlenen aan Martien Franssen, smid te Vierlingsbeek om namens haar en haar meerderjarige zusters en haar voornoemde broer, de onroerende goederen uit een boedelscheiding te Vierlingsbeek, openbaar of onderhands te verkopen.

20 Voor J. Fr. Habets, notaris te Maastricht verscheen Agnita van Walsem weduwe en boedelhoudster van Johan Passenraat, in leven richterbode te Vierlingsbeek, alsmede hun enige zoon Lodewijk Passemaat, adjudant bij de artillerie van kapitein R. Althuijsen, in garnizoen te Maastricht gehuwd met Johanna Grotenboer, allen wonend te Maastricht, welke volmacht verlenen aan Wouter Dirk Rink, landschrijver te Vierlingsbeek, om openbaar of uit de hand te verkopen, een huisje met hof en een uitweg te Vierlingsbeek, met recht van gebruik van een waterput, toebehorend aan Johan de Visser. Dit huis is eigendom van en bewoond geweest door wijlen richterbode Passenraat en Agnita van Walsem.