Notaris-, schepen- en andere akten

21 Theodorus Sopers, koopman wonend te ’s-Hertogenbosch in kwaliteit als executeur testamentair en administrateur van de boedel en nalatenschap van wijlen Leonardus van Herck ingevolge diens testamentaire dispositie op 30-5-1803 voor notaris Anthonij Bolsius te ’s-Hertogenbosch verkoopt perceel teul- of akkerland genaamd het Lombeboschen Moespotje en een schaarbosje genaamd het Moespotje, hem aangekomen bij erfenis uit nalatenschap van zijn ouders, aan Johanna van Nuland weduwe Joost van Gestel, wonend te Nuland.

22 Theodorus Sopers, koopman wonend te ’s-Hertogenbosch in kwaliteit als executeur testamentair en administrateur van de boedel en nalatenschap van wijlen Leonardus van Herck ingevolge diens testamentaire dispositie op 30-5-1803 voor notaris Anthonij Bolsius te ’s-Hertogenbosch verkoopt een hoeve en landerijen bestaande in een huis, schuur, stal en verder getimmerte, hof en akkerlanden rondom in schaarhout en voorpoting met opgaande eikenbomen, een schaarbosje en houtwas ter plaatse genaamd op den Schotsheuvel, hem aangekomen bij erfenis uit nalatenschap van zijn ouders, aan Johanna van Nuland weduwe Joost van Gestel, wonend te Nuland.

23 Jacob Govers, hovenier wonende te ’s-Hertogenbosch compareert 1-12-1804 voor notaris Anthonie Bolsius aldaar en verklaart 100 gulden schuldig te zijn aan Gerardus van der Horst, bierbrouwer wonend te ’s-Hertogenbosch ter zake geleende gelden, geleverd bier en buijstel [=bostel] binnen jaar terug te betalen, vraagt om verlenging van de lening.

24 Hendricus van Rooij, Piet van Empel en Leonardus van Empel, wonend te Dinther compareerden 15-2-1803 voor Piet van den Berk en Dirk van der Doelen, leden der municipaliteit van Rosmalen en bekennen 600 Caroli gulden schuldig te zijn aan Johannes Antonius Nuijts, koopman wonend te ’s-Hertogenbosch en willen de lening verlengen.