Notaris-, schepen- en andere akten

1 Gerardus Maas, wonende te Demen, bekent 375 gulden schuldig te zijn aan Jacobus van Huisseling, wonende te Huisseling en Arnoldus van der Linden, wonende te Neerlangel, als wettige voogden van het minderjarige kind van Gerardus Maas, met name: Johanna Maas. Onderpand is zijn huis en hof, staande en gelegen te Demen, groot 8 hond, een zijde Jan de Laat, andere zijde Jan Meegens, een eind de gemene straat, andere eind de dijk. Borgen Jacobus Maas, wonende te Demen en Peter Duijs, wonende te Dennenburg.

2 Leendert de Klijn, wonende te Huisseling, bekent 100 gulden schuldig te zijn aan Jan Vriezekolk, secretaris van en wonende te Kessel in de Meijerij van ’s-Hertogenbosch. Onderpand is hun gemeenschappelijk bezeten huis, hof en bijhorende landerijen, staande en gelegen te Huisseling, groot circa 0,5 morgen, een zijde de kerk van Huisseling, andere zijde Hermen Horremans. Borgen zijn Agnees de Klijn, geassisteerd door Jan Hartjes, wonende te Huisseling en Adriaan du Prée.

3 Johannes Peter Zwaans en zijn vrouw Geertruij Verhagen, wonende te Schaijk, bekennen 200 gulden schuldig te zijn aan de r.k. kerk en Armen van Ravenstein. Onderpand is een huis en hof, staande en gelegen te Schaijk, een zijde Richardus Schuts, andere zijde Jan Cornelis Noijen en nog een kamp weiland gelegen als voor, een zijde Cornelis van de Burgt, andere zijde Johanna Maria van de Burgt. Borgen zijn Jacobus van Huisseling, wonende te Huisseling en Hendricus Goossens, wonende te Ravenstein.

4 Hendricus Goossens en zijn vrouw Ida Swaans, wonende te Ravenstein, bekennen 100 gulden schuldig te zijn aan de r.k. Armen van Ravenstein. Onderpand is hun huis, staande in de Nieuwstraat te Ravenstein, een zijde weduwe Taabe, andere zijde en van achteren de Kruijsstraat. Borgen zijn Johannis en Antoon Swaans, beiden wonende te Schaijk.