7618.137.F Index schepenprotocol Stad Ravenstein en de vijf Maasdorpen (7618.137.F)
1 Op verzoek van Helena Damen, weduwe van Francis Smits, wonende te Zeeland, legt Cornelis van Kessel, oud ruim 32 jaren, gepatenteerd horlogemaker wonende te Zeeland, een verklaring af. Vanaf mei 1809 huurt hij van Peter Oppers een gedeelte van een perceel bouwland, behorende aan het schoolhuis te Zeeland en achter de daarbij horende moeshof gelegen. De lengte van het perceel is circa 19 treden en hij heeft er aardappelen gepoot. Later in dat jaar heeft hij nog een stuk grond van hetzelfde perceel van Peter Oppers gehuurd met een lengte van 29 treden. Samen is het ongeveer de helft van het hele perceel. Hij heeft de huur betaald met goederen, waaronder een kabinet. De verhuurder heeft bij deze verhuur geen enkele reserve voorbehouden.
Datering:
02-05-1810
Pagina:
1-4
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Uden
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
7618.137.F Index schepenprotocol Stad Ravenstein en de vijf Maasdorpen (7618.137.F)
2 Op verzoek van Willem van Hoogstraten, wonende te Ravenstein leggen Maria Anna Bordamus (ze tekent als Perdamus), weduwe van Antonij van Beek en Christina Margaretha de Greef, beiden wonende te Ravenstein, een verklaring af. Enige tijd nadat de advocaat van Ommeren op 30-10-1807 een brief aan Willem had gestuurd namens Simon Joseph over de betaling van een schuld, is Simon Joseph zelf bij het huis van Willem gekomen, waar ook beiden getuigen aanwezig waren. Simon zei: “Kom Willem, wij zullen mijne pretensie afmaken, want anders geeft dit maar pluksakkerij met de advocaten”. Na enige woordenwisseling heeft Willem het bedrag van 120 gulden aan Simon betaald. Toen Willem een kwitantie vroeg, antwoordde Simon: “Ik kan niets dan Hebreeuws schrijven; dit kan Uwe tog niet lezen. Of iets mede doen, egter sijt verzekert dat ik U voor de voornoemde pretensie nimmer meer zal manen”. Toen vroeg Willem de schuldbekentenis terug, waarop Simon antwoordde: “ik ben het briefje verloren”.
Persoon in schepenakte:
Datering:
26-09-1808
Pagina:
5-8
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
7618.137.F Index schepenprotocol Stad Ravenstein en de vijf Maasdorpen (7618.137.F)
3 De heer J.H. Ruijs, medicinae doctor, is aangeklaagd door de eerwaarde heer A. Voet, roomsch priester en pastoor te Ravenstein. De rechtbank heeft op 24-10-1808 een vonnis uitgesproken, waartegen hij in beroep gaat bij het Departementaal gerechtshof van Brabant.
Datering:
31-10-1808
Pagina:
9-12
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
7618.137.F Index schepenprotocol Stad Ravenstein en de vijf Maasdorpen (7618.137.F)
4 Op verzoek van weduwe Nolle, eerst weduwe C. van Riet, geeft Hermanus Mulder, wonende te Ravenstein, een verklaring. De zoon van gemelde weduwe, genaamd Cornelius van Riet heeft circa 5 jaren bij de comparant als knecht of leerjongen gewerkt. De laatste 2 jaren is Cornelius daar ook volledig in de kost geweest.
Datering:
06-08-1809
Pagina:
13-16
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Ravenstein
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd