En is bevonden als volgt, is bovenin het glaas boven het vensteren op de geut een ruijt uijt gedaan en doen vervolgens het vensteren op gemackt en vervolgens in huijs gekomen en vervolgens daaruijt gehaalt volgens opgaaf van opgemelten Thoomas Martens twee kopere ketels, twee tine schotelen, een kopere melckkan, een dito emmer en een dito cofijpot, en een dito copere roompcanneke; het een en ander getaxceert op vijftig guldens, en op gemelde T. Martens verklaard in geene ..eden eenige pre… te kenne maaken en daar ook niet van gehoort te hebben, nogh gesien. Gepasseert op dato als boven. M. van den Hoogen, schepen; Mathias van Asten, schepen; B.A. de Jong, secretaris.