skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Notaris-, schepen- en andere akten

Raad en Rentmeester-Generaal Domeinen (9.314)

beacon
22  records
 
 
Schepenakte
1 MOLEN te SCHIJNDEL. Memorie der stucken door de eijgenaers vanden coornwindmolen tot Schijndel overgegeven aan den Heere Rentmeester Generaal der Domaynen van Braband int quartier van ‘sBosch. * 1. Een attestatie van 2 ingesetenen van Schijndel voor dezen den molen aldaer bemaelt hebbende wa[e]r uyt bewesen werd dat de molencar vanden mulder van de Coevering voor dese de graenen der ingesetenen aldair niet heeft afgehaelt of ter voorz. plaatse met sijn molencar gereden. * 2. Twee simpele copie en een originale schepenengelofte voor de magistraat van ‘sBosch gepasseert. wa[e]r by tragten te bewijsen dat den molen van Schijndel niet alleen uyt hoofde vanden ordonnantie van ’t gemael nevens andere molenaers, alleen is geregtigt tot het gemael aldaer maer ook door den Herrtog van Brabant is begiftig[t] met het recht van dwang. * 3. een simpel copie van ’t regt het welke in den jaere 1650 door Philip van Tienen als eijgenaer vanden molen tot Schijndel en St.Oedenroode is gepresenteert welk regt by appointemente van 20 7ber 1650 blijkt te zijn gestelt in handen van den Raad en Rentmr. Generael der Donainen van Brabant ten fine van berigt, waar bij nader ’t voors. regt van d[w]anck vermeenden te proberen en waar in onder andere gemelt werden de uytgifte vanden voors. dwang. * 4. een extract authentiecq uyt ’t chijnsboeck vanden Heer van Berlicom en Middelrooij ’t geene voor dese door den Hertog is uytgegeven, uyt het welke blijkt dat den gewinchijns die wegens voors. regt van dwang moest werden betaelt tot de quytinge is voldaen.
Persoon in schepenakte:
Rentmeester der Domaynen  
Philip van Tienen  
van Berlicom  
Datering:
[c.1700]
Plaats:
Schijndel
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
314
Bron:
Domeinen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
2 MOLEN te DRUNEN en ELSHOUT. Bericht aan de heren van de leen- en tolkamer nl. een remonstrantie van de Hoogedelgeboren Heer Philip Jacob van Borssele als raad en rentmeester generaal, die schrijft ‘dat geene molders de graenen der ingesetenen van andere plaetsen al wart een molen is staende en gelegen buijten deen byvanck van haren molen vermogen aff te halen om deselve op haire molens te breecken ende gebroocken sijnde alsdan wederom thuijs te brengen ofte wel hair eijgene gemaelen meel in andere plaetsen gelegen buijten den bijvanck van haren molen in te brengen, ten waere daer toe by speciaal octroij gerightigt zijn, doir dien anderssints het gemael van de molens der andere plaetsen dair door comen te verminderen en te ruineren, soo heeft het echter des niettegenstaende den molder vanden Elshoudtsen windtcoorenmolen gestaen inden lande van Heusden onder Hollandt onderstaen van tijdt tot tijdt de graenen van de ingesetenen van Druenen jurisdictie van Brabandt, en alwaer s’lants windtcoorenmolen staet aff te haelen, off wel die door de ingesetenen van Druenen op sijnen molen gebraght werden, te breecken en gebroken sijnde aen deselve wederom thuijs te brengen, wairop men oocq geduerigh heeft laeten passen, dogh den selven moijt connen achterhaelen als alleenlijck nu onlancx, wanneer desselffs kneght Adriaen Scheijven met desselfs paert en karre geladen met 9 à 10 quacken meel binnen den Elshoudt opgeladen des naghts tusschen den 11 en 12 deser is gecomen en gereden binnen ende onder de jurisdictie Druenen, al wair op de daet achterhaelt en want het voors. meel staet te bederven en het paert sigh staet op te eten en niemandt naer t’selve omsiet off reclameert, soo versoeckt den remonstrant dat U Ed: Achtb: hem gelieven te permitteren en te authoriseren om de voors. aengehaelde (?) quaken met meel met het paert en karre bij propositie te mogen vercoopen en de penningen dair van procederende soo lang onder hem houden, ge…teert een ijder sijn actie,
Vervolg:
die dair toe mochte vermeijnen gereghtigt te zijn t’welck doende etc.’- ongedateerd. * Het volgende document vermeldt de gijzeling van Adriaen Scheijven om getuigenis der waarheid te komen afleggen. De beschuldiging luidt dat ‘Adriaen Scheijven kneght van den molenaer in den Elshoudt in den lande van Heusden onder Hollandt sigh niet ontsien heefft verscheijde quacken met graenen toecomende aen ingesetenen van Druenen quartiere van Brabandt en die door den molder van den Elshoudt van de gemelte ingesetenen sijn affgehaelt off bij de voorz. ingesetenen selffs ter moolen van den Elshoudt sijn gebragt tussen den elffden en twaelffden der voorledene maendt november 1704 met kar en paerdt des naghts wederom te brengen binnen de voorz. heerlijcheijdt van Druenen’. Kar, paard en meel is in beslag genomen en Scheijven is naar de stad ‘sBosch overgebracht om óf dit bericht te bevestigen óf een andere verklaring af te geven tijdens de ondervraging. Hij weigert voorlopig de eed af te leggen. * Extract uit de resoluties van de Raad van State van zaterdag 12 februari 1707 waarin men reageert op een ontvangen brief van rentmeester Johan van Leefdael Heer van Deurne geschreven te ‘sBosch op 8 februari. Hij refereert hierin aan de pacht van de korenwindmolen van Drunen aan Francois Drabbe drossaard van de heerlijkheid. Hij stelt ‘dat veele vreemde persoonen en voornamentlijck den molder van Elshout geleegen in den lande van Heusden sig niet ontsien dagelijx meel met haere karren en peerden in de voors. plaatse te brengen gelijck onder anderen ook nog op den 11 september laastleede den voors. moolenaar door desselfs knegt met paerd en karre heeft gedaen; dat den pagter het selve paerd en karre heeft laaten stellen in bewaarender hand en daar aanstonds kennisse gegeeven aan de gemelde drossard welke schijnt te declineeren van tegens de contraventeurs ingevolge den placcaaten vanden lande te procedeeren
Vervolg 2:
onder pretext dat hij voormaels nog een calangie hebbende gedaan daarvan soude zijn ontset geweest; dat ondertusschen het gemaal van den voors. pagter geheel word te niet gebracht en niet in staat can blijven om sijne uijtgeloogde pagtpenningen te betaalen; dat den voors. moolen bij Johanna Hertogin van Braband inden jaere 1383 verklaert voor een dwangmoolen met speciaele last dat geen ingesetenen van Drunen sijn graenen op andere plaetsen sal vermoogen te laaten breeken nog gemaalen kooren vermag te koopen of uit te wisselen – waarop gedelibereert zijnde is goed gevonden en verstaan te ordonneren aan den gemelten drossard Francois Drabbe dat hij den voors. pagter van ‘slandskoorenwindmoolen te Drunen volgens verscheijde placaaten op het voors. subject geëmaneert en voornamentlijck het 3 art. van de ordonnantie op het gemaal in alles mainteneere en tegens de contraventeurs sonder eenige dissimulatie procedeere, ten waare hij drossard eenige redenen ter contrarie mogt hebben welke hij alsdan gelast word voor haar Ed: Mo: te allegueeren binnen den tijd van veertien dagen na de insinuatie deeser’. De deurwaarder Hendrik de Wit wordt gelast dit aan de drossaard te melden. * Relaas van de genoemde deurwaarder dat hij dit alles aan de drossaard heeft overgebracht inclusief een kopie van de resolutie. Gedateerd 22 februari 1707.
Persoon in schepenakte:
Philip Jacob van Borssele  
Johanna van Braband  
Johan van Leefdael  
van Deurne  
Hendrik de Wit  
Adriaen Scheijven  
Francois Drabbe  
U Ed  
Datering:
1704-1707
Plaats:
Drunen / Elshout
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
314
Bron:
Domeinen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
3 MOLENS te ’s-HERTOGENBOSCH. Request van Peter van Hulst koopman te ‘sBosch ivm grutmolen in ‘de Twee Gapers’ aan de Vughterendijk. 20-1-1710. * Memorie van Willem van Hanswijk, pachter van het gemaal tegen het request van Cornelis Smits, die een paardegrutmolen wil oprichten. 21-6-1717; 29-9-1717. * octrooi van de paardengrutmolen in het huis ‘de Wildeman’ op het Hinthamereind bij de Sint Anthoniuskapel binnen ‘sBosch geaccordeerd aan Hendrik van Hulst dd. 15-9-1699 en bij een nader octrooi dd. 26-8-1709 verplaatst naar het huis ‘de Halve Maan’. Gedateerd 11-10-1694. * Octrooi voor Hendrik Crol i.v.m. een paardengrutmolen te ‘sBosch – 8-8-1705. * Octrooi voor Willem Loeff i.v.m. een paardengrutmolen te ‘sBosch en na diens overlijden voor Elisabeth van Meegen zijn weduwe en zijn twee kinderen Antony Willem en Hendrina Loeff – 8-8 en 28-9-1705. * Kopie van het octrooi voor Vincent de Boom grutter en korenkoper, gehuwd met Adriana van Orten weduwe en erfgename mobiliair van Hendrick van Hulst, om een grutmolen te mogen verplaatsen van het huis ‘de Wildeman’ aan het Hinthamereind bij de Sint Anthoniuskapel naar het huis ‘de Halve Maen’ ook aan het Hinthamereind – 26-8-1709. * Pauwels Janssen president van de rekenkamer van de Hertog van Brabant ivm oliemolen op de Vughterendijk in twee huizen. 20-1-1710. * Memorie van de pachters van het gemaal inzake de paardengrutmolens. ivm het request van de bezitters van grutmolens om gruttemeel te mogen malen – ca. 1710. * Memories tegen de stelling van de pachters inzake de paardengrutmolens– ca 1710. * Verklaring over de ‘gruttersneringe’ binnen Bergen op Zoom – 9-2-1710. * Schrijven aan de Raad van State van de Bossche grutters, die op basis van een octrooi in hun huizen gruttemeel mogen malen. Ze hebben een request gepresenteerd n.a.v. de ordonnantie van de pachters van het gemaal om maar één paar (molen)stenen te gebruiken en het tweede paar te verwijderen, niet alleen uit de molens maar ook uit hun huizen en schuren,
Vervolg:
op straffe van verbeurdverklaring van hun octrooi. Hier protesteren de grutters tegen. In een grutmolen zijn vier stenen noodzakelijk, het eerste paar om de gort of grut te rullen en het tweede paar voor het malen van het gruttemeel. Ze halen de inhoud van hun octrooi en de interpretatie ervan aan om hun remonstrantie kracht bij te zetten – 23-5-1710. * Memorie betreffende de zaak van de weduwe van Peter van Hulst – 1711-1712. * Memorie van de pachters van het gemaal tegen het request van N.Bruijsten, die een verzoek indient voor een octrooi tot oprichting van een paardengrutmolen. * Memorie van de pachters van het gemaal tegen het request van Querijn Verbrugge met dezelfde strekking als het voorgaande stuk – ongedateerd. * Appointement op het request van de pachters van het gemaal – 23-5-1710. * Brief aan de Raad van State met een verklaring van Antony van der Vliert dat Vincent Boom, gewezen eigenaar van een huis genaamd de Halve Maan in gebreke is gebleven inzake de betaling van achterstallige recognitiecijnzen uit zijn geoctrooieerde paardengrutmolen – 27-2-1717. * een reactie op een verzoek van Willem Schuphoove grutter en eigenaar van een meel- en grutmolen met permissie en octrooi in bedrijf – 21-4-1762; vervolgens Nicolaas Copier – 21-4-1762 en Adriaan Habraken – 21-4-1762. * Verzoek aan Arnoult Doncquers en Geerling Ruijs zich te vervoegen bij de heer Gijsbert Pieck raad en rentmeester generaal der domeinen inzake de cijns uit hun molen staande op de stadwal bij Cornelis Capelle genoemd ‘den Bleycksen molen opden Vuchterendijck’, omdat ze niet van plan zijn bovengenoemde cijns te betalen. * Reactie op een request van Henrick van Susteren burger te ‘sBosch ivm de verplaatsing van een korenwindmolen – 13-3-1681; 24-5 en 10-6-1675. * Jan Geritssen van Halder en Jan van Sparre dekens, Adam van Weerde en Henrick mars gezworenen, Ambrosius van Empel, Jan Drydoncx, Jan Jacobs van Schijndel, Dielis van Mil, Gerrit de Wit, Peter de Vuchteren, Augustijn de Pauw,
Vervolg 2:
Marcus de Pauw, Handricx van Thiel, Willem van Giersbergen, Gerit van Empel en Jan Huyberts Cuypere, allen meester molenaars binnen de stad van ‘sBosch en Sr. Willem van Grimbergen burger van deze stad, hebben op 30-5-1682, zonder consent en octrooi van de Prins van Oranje, verhogingen doorgevoerd op het gemaal nl. op iedere zak tarwe 2 st., op iedere zak rogge een ½ st., op iedere zak grutte een ½ st., op iedere zak mout een oortje en wel m.i.v. 24-6-1682. De deurwaarder wordt opdracht gegeven contact met deze personen op te nemen, want de extra lasten worden beschouwd als ‘groote beswaernisse’ en als een ‘extravagante nieuwicheyt’. De deurwaarders Abraham van Deutecom, J. van Camphen en Lucas van Gerwen hebben zich bij genoemde personen vervoegd in de periode februari-maart 1683. * Bericht van deurwaarder Jan van Haps (?) i.v.m. molenaar Derck Janssen – 29-6-1684. * Request van Dirk van den Broeck en Jacobus van Ravesteijn burgers van ‘sBosch die verklaren via koop verkregen te hebben van Jacob Coppens een zekere windmolen gestaan op de stadswal aldaar in het Bolwerk achter de Sint Joris Bogaert genaamd ‘die van den jongen voetboogh’. Nu is het een runmolen maar is altijd, al van vóór 1574 af tot 1673, een korenwindmolen, toentertijd staande buiten de Hinthamerpoort aldaar genaamd de Baselaarsmolen. Nadien is hij op order van de overheid afgebroken en verplaatst naar de stadswal achter het Convent van Sint Geetruyden ‘neffens den hantbogheschuttersbogaert’, waar hij ook koren gemalen heeft tot 1673. Op basis van een resolutie van 14-4-1673 is hij andermaal afgebroken en na verloop van enige tijd herbouwd op het Bolwerk achter Sint Joris Bogaard. Nu is het dus een runmolen maar run levert niet zoveel op, dat een molenaar, naast de reguliere lasten, daar zijn kost mee kan verdienen. Hij vraagt nu een octrooi aan om er weer een korenwindmolen van te mogen maken, waarmee men accoord gaat. – 14-9-1709.
Persoon in schepenakte:
Jan van Halder  
Jan Jacobs van Schijndel  
Jan Huyberts Cuypere  
Willem van Hanswijk  
Hendrik van Hulst  
Elisabeth van Meegen  
Vincent de Boom  
Adriana van Orten  
Hendrick van Hulst  
Peter van Hulst  
Antony van der Vliert  
Henrick van Susteren  
Jan van Sparre  
Adam van Weerde  
Ambrosius van Empel  
Dielis van Mil  
Gerrit de Wit  
Peter de Vuchteren  
Augustijn de Pauw  
Marcus de Pauw  
Handricx van Thiel  
Willem van Giersbergen  
Gerit van Empel  
Willem van Grimbergen  
Abraham van Deutecom  
Lucas van Gerwen  
Jan van Haps  
Jacobus van Ravesteijn  
Twee Gapers  
Cornelis Smits  
Hendrik Crol  
Willem Loeff  
Antony Willem  
Hendrina Loeff  
Pauwels Janssen  
Querijn Verbrugge  
Vincent Boom  
Willem Schuphoove  
Nicolaas Copier  
Adriaan Habraken  
Arnoult Doncquers  
Geerling Ruijs  
Gijsbert Pieck  
Cornelis Capelle  
Jan Drydoncx  
Derck Janssen  
Jacob Coppens  
J. van Camphen  
Datering:
1673, 1675, 1681-1684, 1694, 1705, 1709-1712, 1717, 1762
Plaats:
's-Hertogenbosch
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
314
Bron:
Domeinen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
4 MOLEN te LAGE MIERDE. Compareerde voor de schepenen Adriaan Ramakers en Willem van Hoogstraten een zekere Peeter Dirx als schepen van Hulsel die verklaart ter instantie van Wouter Coppens mulder op de korenwindmolen en van ‘de getrokken olieslagmolen’ volgens een octrooi van 6.6.1723, verklarende, dat het dorp van Lage Mierde grenst aan Spaans Brabant ‘alwaar wij ons saat om olie en raapkoeken van te laten slaan ordinair na[ar] toe plagten te voeren’ en aldaar ook zaad kopen. Het dorp bevindt zich op een afstand van 7 tot 8 uren van ‘sBosch en Breda, waar men het zaad, zeker in de winterperiode, niet wil laten slaan vanwege de hoge onkosten. Gaat men naar andere molens in de omgeving, dan moet men soms 3 tot 4 keren onverrichterzake terugkeren, omdat de watermolens op bepaalde tijden niet draaien. De te Lage Mierde gestelde oliemolen is daarom bittere noodzaak en is een groot genoegen voor alle ingezetenen. Nu komt men uit de omgeving te Lage Mierde de olie- en raapkoeken laten slaan. Opgetekend door G. van Hanenburgh secretaris met als getuigen Jan van den Bergh en Peeter van Hoof schepenen van Hoge Mierde – 25 januari 1724.
Persoon in schepenakte:
Willem van Hoogstraten  
Jan van den Bergh  
Peeter van Hoof  
Adriaan Ramakers  
Peeter Dirx  
Wouter Coppens  
G. van Hanenburgh  
Datering:
1723-1724
Plaats:
Lage Mierde
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
314
Bron:
Domeinen
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga