Notaris-, schepen- en andere akten

86 Gijsbrecht Janssen 42 of 43 jaar heeft verklaard ter instantie van Johanna de weduwe van Johan van de Gracht dat de steeg die men gemeenlijk noemt de Groene Stege strekkende van het ‘Puysenheijken’ van Vught tot het huis van Wouter van Asselen aen het ‘Kreijenbroeck’ altijd besloten is geweest met hekken en dat de steeg altijd ‘eigen erf’ is geweest. Met name de gebruikers van de zgn. ‘Groensche hoeven’ hebben deze steeg altijd aan beide zijden gebruikt om hout te hakken en strooisel te maaien. Er zou de laatste 20 jaren ook geen schouw hebben plaats gevonden. Hem staat niet meer helder bij of over die steeg enige lijken gedragen of gepasserd zijn hetzij met wagens, karren of andersins. Dielis Dielissen 61 jaar wonende te Vught zijn hieromtrent ook vragen gesteld. en hij bevestigt het relaas van Gijsbrecht en kent de steeg zo’n 35 jaar. Hij verklaart dat van de afgehouwen bomen ook geen houtschat is betaald in het verleden – ongedateerd.

21 Bericht op een rekest van een zekere Pieter Smits uit Vught die in aanmerking meent te komen voor een premie i.v.m. het arresteren en uitleveren van Jan Dirks alias Engele Jantje en Claas van der Vliet genaamd Claas Snijders. Ze zijn veroordeeld tot de galg en de 1e is vooraf ‘met vuur in sijn aengesigt geblaakt en gebrant’.

3 Bericht op een rekest van de regenten van Vught en Helvoirt i.v.m. een niet authentieke kopie van hun privilege t.a.v. de betaling van de 10e penning en 10e hout van de houtschat. De kopie overziende wordt gesproken over ‘de oudheijd van de geschriften, maniere van spellingen en bewoordingen van dien tijd met hare originele niet vindbaar sijn’.

1 Bericht op een rekest van Johan Baptist Le Heu inwoner van ’s-Hertogenbosch die permissie vraagt om enige landerijen van een hof gelegen onder de dingbank van Vught en Cromvoirt te mogen insteken en uitmoeren