Notaris-, schepen- en andere akten

63 Wij, Jan van den Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen van de heerlijkheid van St. Michielsgestel, verklaren dat voor ons is verschenen Gerit Handrick Hessels als man van Peterken dochter van Gerit Daemens en verkoopt nu aan Jan Matheussen Leijtens een perceel akkerland groot ca. 4 lopenzaad gelegen in de heerlijkheid St. Michielsgestel, in de herdgang van de Beeckant, b.p. Maria dochter van Gerit Daemen, Maria dochter van Handrick Corsten van den Brabant (= Brant?, JT), Daem Gerit Daemen, de Beeckgraef daar, met alle beplanting etc. zoals hij die van zijn schoonouders namens zijn vrouw heeft verkregen en hem voor schepenen van St. Michielsgestel was toebedeeld. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve dat de koper de helft van de schouwloop (sloot?, JT) moet onderhouden in de Beeckgraaf die er aan het einde langsloopt. Verder moet de koper overpad verlenen en alle burenplichten nakomen zoals van oudsher. Actum St. Michielsgestel op 10 april 1679.

51 Wij, Jan van de Heuvel en Jan Janssen Broeren, schepenen van St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen Goijaert en Arijken, zuster en broer en meerderjarige kinderen van Paulus Hendrick Scalcs verwekt bij Cathalijn Wouter Jan Ariens, verder Jenneken meerderjarige dochter van Evert Wouter Jan Ariens met haar voogd, Jan en Wouter als broers en kinderen van Gerit Wouters verwekt bij Aleken Wouter Jan Ariens, voor henzelf handelend en voor hun zuster Gertruijt en Geritken, ook kinderen van genoemde Gerit Wouters en Aleken, verkopen nu aan Hendersken dochter van Peter Aertssen van Overbeeck als weduwe van Jasper Antonis de Bresser, die daarvan het erfrecht krijgt, een perceel akkerland groot ca. 1 lopenzaad, gelegen in de parochie van Gemonde, in de heerlijkheid St. Michielsgestel ter plaatse genoemd de Hogaert, b.p. de erfgenamen van Andries Meussen met meer anderen, de kinderen van Bartholomeus Mathijssen, de gemeenschappelijke mestweg, zoals ze dat onverdeelde bezit van hun grootvader Wouter Jan Ariens hebben geerfd. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen zonder tegenzeggen en alle lasten van hun kant af te handelen. Actum St. Michielsgestel op 7 januari 1679.

44 Wij, Jan van den Heuvel en Jan Mathijssen Leijtens schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen Handrick en Delis, broers en kinderen van Mathijs Jan Delissen Weijgergancx, verder Rut Jan Rutten van Geffen als man van Jenneken, verder Cornelis Lamberts (Aerts, JT) als man van Judith, beiden dochters van genoemde Mathijs Janssen Weijgergancx, voor henzelf handelend en voor Jacob Mathijssen Weijgergancx en voor Anthonis Peter Diercx als man van Anneken, ook dochter van Mathijs Jan Delissen Weijgergancx waarvoor ze samen optreden, verkopen nu aan Arien Aerts van de Morselaer een perceel akkerland waarvoor Mathijs Jan Delissen Weijgergancx vandaag afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan, groot ca. 2 en een halve lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid aan de Dungense Cant, ter plaatse genoemd in de Cleijne Molenstraat, b.p. Jan Arien Huiberts, Jan Aert Frenssen, de erfgenamen van Dirck Dielissen, Handrick Handrick Delissen, samen met alle rechten en aanplant met de helft van een pad aan het einde daar aan de oostkant. De verkopers beloven ook namens hun afwezige broer en zwager, deze verkoop gestand te doen zonder tegenspraak en alle lasten daarin af te handelen, behalve 6 stuivers gewinchijns aan de heer van Heirlaer en Gestel op St. Michielsdag te betalen. Verder nog een roede dijk te moeten onderhouden of zoveel meer of minder volgens de dijkcedullen. Indien het gebeurt dat Jacob Mathijssen Weijgergancx en Thonis Peter Dircks vanwege hun afwezigheid deze verkoop proberen naderhand ongedaan te maken en die niet willen goedkeuren, is hiervoor nog verschenen genoemde Mathijs zoon Jan Delissen Weijgergancx als vader van de verkopers en belooft ter meerdere zekerheid dat de lasten die daardoor zouden ontstaan dat hij die voor zijn rekening zal nemen, dit op onderpand van al het onroerend bezit waarin hij volgens testament is gemachtigd. Datum 22 oktober 1678.

35 Wij Jan van den Heuvel en Jan Matheus Leijtens schepenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel verklaren dat voor ons zijn verschenen Adam, Jan en Peter, broers en kinderen van Gerit Damen verwekt bij Marieken Jan Rutten van Grinsven, verder Merieken dochter van Aert Jacobs van Groenendael wettige vrouw van Joost ook zoon van genoemde Gerit Damen en van Marieken Jan Rutten, als gemachtigde voor deze Joost Gerit Damen en met haar Adam, Jan en Peter als broers van deze Joost hun absente broer waarvoor ze optreden, verder Gerit Handrick Hessels als man van Peterken ook dochter van Gerit Damen en van Merieken Jan Rutten en nog Marie minderjarige dochter van Gerit Damen geassisteerd met haar voogd die haar is toegewezen, samen erfgenamen van Erken Gerit Daemen, resp. hun zuster en schoonzuster, verkopen nu aan Peter en Maria beiden kinderen van genoemde Gerit Damen en van Mariken Jan Rutten, een perceel akkerland genoemd de Pijpersheijde groot ca. 2 lopenzaad gelegen in deze heerlijkheid in de parochie van Gemonde, ter plaatse genoemd het Heselaer, b.p. de weduwe van Peter Claessen Timmermans, Jan Daemen, de H. Geest van Den Bosch, de gemeijnte. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen zonder tegenspraak daarin en alle lasten af te handelen behalve de dorpslasten en de gebuurlijke verplichtingen. Verder moet er overpad aan anderen worden verleend. Actum Gestel 1 juli 1678.