Notaris-, schepen- en andere akten

10 Rekest van Jan van Heusden secretaris van Hoge en Lage Mierde en Hulsel in kwartier Oisterwijk die graag een gezworen klerk zou willen aanstellen in de persoon van Jan Willem Crullenberg [zie ook inv.nr.120].

13 Rekest van Jan van Heusden secretaris van Hoge en Lage Mierde en Hulsel in kwartier Oisterwijk inhoudende dat het waarnemen der genoemde secretarieën aan de suppliant zeer moeilijk viel enerzijds omdat de dorpen ver uit elkaar liggen en anderzijds dat hij bij het aanplakken van plakkaten e.d. op één dag op drie plaatsen moest zijn en dat hij jaarlijks vanwege enige onvermijdelijke bezigheden in Zeeland zou moeten zijn en hij dient een verzoek in om een gezworen klerk te mogen aanstellen die dan door de stadhouder van het kwartier beëdigd mag worden en hij stelt voor Jan Willem Crullenberg aan te stellen; ; een kopie van het rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.

28 Rekest van de regenten van de dingbank Hoge en Lage Mierde en Hulsel in kwartier Oisterwijk aan wie het recht van vrijdom van alle tollen is gegeven en in het bijzonder die van de grote Brabantse zwijgende landtol.

40 Rekest van Willem Berlebach secretaris van Eersel Duizel en Steensel en J. van Heusden secretaris van Hoge en Lage Mierde en Hulsel in kwartier Kempenland inhoudende dat de 2e suppliant op verzoek van de 1e via een resolutie van de Ho: Mo: van 19 september 1765 was aangesteld tot de waarneming der secretarie van Eersel Duizel en Steensel en dezelfde altoos tot genoegen van de 1e suppliant zich daarin had geëffectueerd totdat hij 2e suppliant op 21 maart 1770 was aangesteld geworden tot secretaris van Hooge en Lage Mierde en Hulsel zodat de 1e suppliant nu niet meer kon functioneren als adjunct secretaris van Eersel voornoemd, dan dat, vermits de verscheiden voorbeelden die er waren dat een secretaris meer dan een secretarie waarnam, speciaal indien de plaatsen zo dicht bij elkaar liggen, dat zulks buiten prejuditie der ingezetenen op een gepaste wijze kon gebeuren zoals bv. de secretaris van Oerle en Meerveldhoven die gecontinueerd was als substituut-secretaris van van Hoogeloon Hapert en Kasteren en in kwartier Peelland drie bijzondere secretarieën van Lieshout Aarle en Stiphout door een en dezelfde persoon; de 1e en 2e suppliant beiden genegen waren om op de vorige voet de secretarie van Eersel Duizel en Steensel, maar 2 uren verwijderd van Hoge en Lage Mierde en Hulsel te laten waarnemen indien haar Ho: Mo: zulks geliefden te permitteren en de 2e suppliant te excuseren van zijn residentie te Eersel voornoemd; ze verzoeken dus continuering van de oude situatie; kopie van dit rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken om het verzoek nader te onderzoeken en daarover een rapport uit te brengen. – zie ook folio 601