Notaris-, schepen- en andere akten

206 Voor mij Johan Leermakers notaris residerend te Boxtel verscheen Antoni van de Bichelaer als gemachtigde voor Jan Martens van de Ven en verklaart aan Dielis Adriaen Suetericks de huur te hebben voortgezet voor een tijd van 4 jaar, welke huur na 2 jaar kan worden beeindigd. Het betreft de *stede*¨zoals Jan van de Ven die thans in gebruik heeft. De voorwaarden zijn volgens het huurceduul van 12 maart 1674, opgemaakt voor notaris Henrick Leermakers, behoudens dat de huurder nu jaarlijks 4 vat rogge en 2 lopen boekwijt meer moet geven dan voorheen, verder gelden de bepalingen zoals voorheen. Aldus gedaan te Oirschot op 6 maart 1678, ten overstaan van Franciscus van Esch en Wouter Martens van Elmpt. Ondertekend : Anthonij Hendricks van den Bichelaer, Dielis Adriaen Suetricks, F. van Esch, Wouter van Elmpt, J. Leermakers notaris.

165 Voor mij Johan Leermakers notaris residerend te Boxtel verscheen Maeijken van Esch als weduwe van Jan Eeckerschot geassisteerd door haar zoon Jan Eckerschot en Jan van Overdijk zijnde haar zwager en verhuurt hierbij aan Jan Henrick Schepens haar pannenhuis, schuur, schop en aanliggend erf gelegen te Oirschot in hergang de Kerkhof, zoals Maijken van Esch dat thans in gebruik heeft. De huur loopt voot 4 achtereenvolgende jaren en kan door elk der partijen na 2 jaar worden beeindigd, mits er vooraf met Kerstmis is opgezegd. De huur voor de tuin gaat in per half maart, het huis met St. Jan in de zomer van dit jaar 1677 en zo moet de huurder het na de periode ook weer achterlaten. De huurder zal elk jaar 34 gulden huur betalen en daarnaast alle dorpslasten zowel gewone als buitengewone ook al komen die ten lasten van de eigenaar, zodat de verhuurder niet hoeft te betalen. Na de huurperiode moet de huurder de buitenglazen weer achterlaten zoals hij ze heeft aangetroffen bij het begin. De verhuurder zal alle noodzakelijke reparaties doen. Verder zal verhuurster in het huis de grote achterkamer zelf blijven bewonen met gebruik van de schop en de halve tuin. De huurder zal voorafgaand aan de huuringang een jaarhuur van 34 gulden vooraf betalen om het huis te repareren en kan het huis aanvaarden per a.s. Vastenavondtijd, maar de huurtermijn loopt vanaf St. Jan in de zomer. Verder moet jaarlijks een vijm dakstroo worden geleverd voor de schuur. Aldus gedaan te Oirschot op 31 januari 1677 in aanwezigheid van Lubertus van Vollenhoo en Joost van de Laerschot als getuigen. Ondertekend : Maeijken van Esch, Jan Ekerschot, Jan van Overdijck, Jan Handricks Schepens, L. van Vollenhoo, merkteken van Joost van de Laerschot, J. Leermakers notaris.

163 Voor mij Johan Leermakers notaris residerend te Boxtel, verscheen Jan Wouter Corstens als gemachtigde voor Neesken weduwe van Hendrick Everts en verhuurt hierbij aan Nicolaes Gijsberts van Haeren de stede van deze Neesken, gelegen te Boxtel in herdgang Selissen, zoals Neesken die tot nu toe heeft bewoond gehad. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren en elk der partijen kan na 2 jaar opzeggen, mits er met Kerstmis vooraf is opgezegd. De huur voor het huis met het weiland gaat in met Pinksteren, het akkerlad zijnde ca. 14 lopenzaad in de oogsttijd stoppelbloot en de hooibeemden per half maart, alles dit jaar 1677. Als voorlijf de som van 20 gulden te betalen en 6 zakken gewannen rogge en 2 zakken boekwijt, het geld steeds in 2 termijnen voor de eerste keer met Kerstmis anno 1677 en de andere 10 gulden met Pinksteren en de rogge en de boekwijt steeds op Maria Lichtmisdag. Verder moet de huurder de jaarlijkse grondchijnsen betalen en alle wegen en waterlaten onderhouden. Nog moet de huurder jaarlijks 2 vijmen dakstroo op het huis laten leggen. Als het hooi door de hoge waterstand komt te verdrinken mag de huurder 8 gulden op zijn huur in mindering brengen. De huurder moet ook de verpondingen betalen. Partijen beloven elk deze afspraken na te komen. Aldus gedaan te Boxtel op 24 februari 1677 in aanwezigheid van Goossen van Helmont en Jan van der Achter. Ondertekend : Jan Wouters, merkteken van Niclaes Gijsberts van Haeren, Goossen van Hellemont. Jan van der Achter, J. Leermakers, notaris.

159 Voor mij Johan Leermakers notaris residerend te Boxtel, verscheen Joost Rossums en verhuurt aan Andries Niclaessen van Helmont, zijn huis etc. staande te Boxtel in herdgang van Bruekelen, genoemd het *Molenijser* zoals Lijsken weduwe van Niclaes Goossens het nu bewoont. De huur loopt voor 6 achtereenvolgende jaren en kan door elk na 3 jaar worden beeindigd, mits er vooraf met Kerstmis is opgezegd. De huur voor de kruidentuin en het voorste weike in de Blockstraat gaat in per half maart 1678, het huis en de achterste weide op Pinksteravond en het teulland in de oogsttijd stoppelbloot en zo moet het na afloop ook worden achtergelaten. Als voorlijf zal Andries jaarlijks 55 gulden betalen, steeds op St. Maartensdag en voor de eerste keer in 1678, verder zal de huurder jaarlijks 7 mud koren betalen, waarvan twee delen rogge en een deel boekwijt, maat van Boxtel, verder 40 pond boter en 8 karren turf jaarlijks van de gemeijnte naar het huis van de verhuurder te moeten brengen. Nog zal de huurder jaarlijks 4 vijmen dakstroo op het huis doen leggen en het huis dienen te repareren en de arbeiders de kost geven. Nog zal de huurder alle gewone dorpslasten etc. betalen. De buitengewone lasten die op de eigenaar worden geheven moet de pachter ook betalen maar mag die op de huur in mindering bregen. Nog moet de huurder de wegen en waterlopen onderhouden en moet jaarlijks een karvracht voor de verpachter doen. Aldus gedaan te Boxtel op 27 september 1678 in aanwezigheid van Peeter Pauwels Roestens en Willem Adriaens van Dijck als getuigen. Ondertekend : Joost Rossums, Andries van Helemont, merkteken van Peeter Pauwels Roestens, Willem Adriaens van Dijck, J. Leermakers notaris.