Mijn Studiezaal (inloggen)178.112 Resoluties Staten-Generaal (178.112)
66 Rekest van Reynout Diderik Baron van Tuyl van Serooskerke Heer der grondheerlijkheid Heeze Leende en Zes Gehuchten inhoudende dat door het overlijden van Govert van der Hoeven in leven beneficiaal van het beneficie gefundeerd in de kapel te Strijp en het Lieve Vrouwe altaar noordwaarts in de kerk van Leende vacant is en hij het collatierecht daarvan bezat en dat was nu geconfereerd aan zijn minderjarige zoon Jan Diderik van Tuyl van Serooskerken die in de gereformeerde religie wordt opgevoed alles blijkende uit de akte van collatie dd. 3 augustus 1774 met een verzoek om approbatie van die collatie en alles valt onder de administratie van de rentmeester der geestelijke goederen Mr. Danker de Kempenaar.
Persoon in schepenakte:
Datering:
maandag 7 november 1774
Pagina:
657
Plaats:
Heeze / Leende / Zesgehuchten / Strijp
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
112
[Aanvraagfuncties niet beschikbaar. ]
Bron:
Staten-Generaal
Geografische namen:
178.111 Resoluties Staten-Generaal (178.111)
75 Rekest van Petrus Alewyns rooms werelds priester en pastoor der heerlijkheid Strijp in kwartier Kempenland die verzoekt om gedurende de rest van zijn leven te mogen worden ondersteund door een assistent die hij op basis van privé kosten wil aannemen; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.
178.103 Resoluties Staten-Generaal (178.103)
10 Reactie vanuit de Raad van State op de rekesten van enige ingezetenen van Hoge Mierde, Strijp en Lommel wier huizen waren afgebrand en die verzochten om remissie op hun verpondingen e.d. [met details].
Datering:
maandag 14 januari 1765
Pagina:
26
Plaats:
Hooge MIerde / Strijp / Lommel
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
103
[Aanvraagfuncties niet beschikbaar. ]
Bron:
Staten-Generaal
Geografische namen:
178.101 Resoluties Staten-Generaal (178.101)
52 Rekest van Willem Spoormans wonende onder het gehucht Hurk onder de heerlijkheid Strijp in kwartier Kempenland [er staat: Stryck], die het ongeluk heeft gehad dat op 30 december 1762 ’s morgens vroeg door nog onbekende oorzaak zijn huis en bezittingen in de as zijn gelegd alhoewel hij alles in het werk had gesteld om de brand te blussen en verzoekt om remissie.