Notaris-, schepen- en andere akten

114 Staat en inventaris van Bartel Hendrik Reijkers en zijn vier minderjarige kinderen nl. Hendrien, Arnoldus, Johannis en Wilhelmus uit zijn huwelijk met Jenneke Jan Steenbakkers welke goederen zijn aangekomen van de weduwe Luijkas Jansse Veraalst en toeziend voogd is Arnoldus Jacob van Kessel

113 Verklaring ten gunste van Hendrik Corst van Gerwen door Hendrik Ariens van Liempt, Adriaan Jansse Reijkers, Adriaan Adriaens van Liempt en Willem Sanders

112 Ontlastbrief voor Anthony Jan Smits die verhuist naar Nuenen wegens zijn huwelijk met Maria Sengers geboren te Nederwetten

111 Staat en inventaris van goederen van Niklaas van Schaardenburgh weduwnaar van wijlen Juffrouw Alida Scriba en thans in ondertrouw met Mejuffrouw Johanna Catharina Halmans – uit zijn 1e huwelijk is een zoon bekend nl. Hubertus – huis op het Oetelaar. * 1e kapittel van de vaste onroerende goederen: eerstelijk een huisplaets etc. onder de Borne ter plaatse genaamd het Oetelaar, hem aangekomen bij transport van 20 maart 1770; lasten met Geerit Jan Willem Vrenssen aan de Heer van Helmond; idem akkerland onder Elschot in de Heijcampen grenzend aan de Meulenheijde, lasten aan rentmeester der geestelijke goederen Kempenaar te ’s-Hertogenbosch; idem een houtbusseltje thans akkerland met een gedeelte van ‘den Bergh’ onder Wijbosch, belendingen: weduwe Jan van Besouw, de gemeente, den Bergh; lasten aan borgemeesters van Schijndel. * 2e kapittel: eenen gouden ring, een goudt slotje met twee snoeren paerle, drie paar oirknoppen, een silver knipbeursken, en silveren vingerhoet, een agaté snuifdoosje, de silvere schoengespen zijn tot gebruijk van den onmondigen zoon verstrekt. * kooperwerk. * tinwerck. * eijserwerck. * houtwerk. * linne en wollen. * volgt het postelijn aardewerk en etc. Wijders verklaerdt den inventarisant dat op het overleijden van gemelde zijne huijsvrouw, nog wel eenige meerdere kleederen en kleijnodiën van zilverwerk als andersints in den boedel zijn bevonden dewelke voor een gedeelte vermaekt, weggeschonken, en aan Juffr. de weduwe Van beek tot uijtkoop zijn verstrekt, dan waer tegens den inventarisant op desen inventaris heeft gebragt, zodanige meubilaire goederen, als den zelve na het overleijden van meergemelde sijne huijsvrouw, heeft aangekogt, en die hij vermeendt, met degene welke tans niet meer voor handen zijn, te zullen egaleeren;