Notaris-, schepen- en andere akten

149 Missive van ontvanger van Palland op een rekest van Francois Adam de Holbach Heer der heerlijkheid Heeze en Leende en Zesgehuchten gelegen in kwartier Peelland te kennen gevende dat tussen hem en Jacob Christaan Pielat raad en burgemeester van Hattem onderhandelingen zijn aangegaan i.v.m. de verkoop van genoemde grondheerlijkheid met alle rechten en gerechtigheden die daar toe behoren en ten overstaan van de drossaard en de schepenen ter plaatse zijn ze een koopcontract aangegaan op 11 september 1739 waarbij de suppliant verklaard heeft onder alle renuntiatie van rechten aan de 2e suppliant de grondheerlijkheid te verkopen met alle jurisdicties te leen hangende van haar Ed: Mo: met alle ap- en dependentiën en verdere goederen voor een som van 160.000 gl. Hollands geld; dat vervolgens de 2e suppliant als koper dan ook de nodige zorg heeft gedragen dat de aangeving van de genoemde koop ten kantore van de ontvanger van de 40e penning is gedaan om ’s lands gerechtigheid deswegens gefurneerd als mede dat het ter secretarie te ’s-Hertogenbosch is vervaardigd zodat de opdracht zou kunnen worden gedaan; op 19 oktober 1739 is voor de Raad en Leenhof van Brabant een verbaal akkoord gesloten [met details over de 40e penning]

103 Bericht van de ontvangers der verpondingen en gemene middelen in kwartier Peelland als ook de ontvanger der beden aldaar, op een rekest van Reijnder Aarts, Aart Leijten, Gerrit Vinken, de kinderen van Joris Wargaren, Jan Hendriks, Jan Alberts, de kinderen van Dielis Franssen en Jan Aart van Gastel allen wonende onder Hout in de Zesgehuchten in kwartier Peelland parochie Geldrop maar horende onder de heerlijkheid Heeze en Leende, te kennen gevende dat op 19 mei 1736 in het huis van de eerste suppliant brand was ontstaan die was overgewaaid naar de andere supplianten waarvan de woningen in de as werden gelegd en de supplianten dienen een verzoek in om remissie en een schadevergoeding waarbij voor hen samen een bedrag wordt genoemd van 1500 gl.

58 Missive van de ontvangers Van Lijnden, de Ruever en Van der Waeijen op een rekest van Reijnder Aarts cum suis allen wonende in Hout in Zesgehuchten onder de parochie Geldrop behorende onder de heerlijkheid Heeze en Leende verzoekende om remissie vanwege hun afgebrande huizen

138 Missive van ontvanger De Kempenaer op een rekest van de roomse ingezetenen van Budel en Maarheeze in de baronie van Cranendonk als ook Heeze en Leende in kwartier Peelland verwijzend naar de resolutie van 19 juli 1730 nl. dat voor iedere roomse kerk in stad en meierij waar alleen een pastoor is geadmitteerd 50 gl. en in geval van een 2e priester of kapelaan 75 gl. betaald moet worden als recognitie, mede verwijzend naar de resolutie van 12 maart 1731 is verstaan, dat terwijl de drossaard van Cranendonk als ook van Heeze en Leende hun ambt bezitten titulo onertso [dubieus] en vorige recognities hebben getrokken, zij die ook bij continuatie zullen mogen blijven genieten, zij daar aan obediërende wegens die van Budel jaarlijks als van ouds aan de drossaard aldaar hebben betaald 75 gl., wegens Maarheeze waaronder Soerendonk is begrepen, insgelijks 75 gl., wegens Heeze een som van 100 gl., dat die penningen van jaar tot jaar door de resp. priesters zijn betaald; als de priesters niet voldoen aan de recognities volgt de dreiging dat de kerken eventueel gesloten worden [met details] – zie ook folio 606