Notaris-, schepen- en andere akten

5 Uitvoerig relaas over de onbruikbare heerbaan bij Lommel en de afsluiting met een draaiboom van de akker- of leiweg in het gehucht het Einde [3 tekstkolommen – zie ook inv.nr.120].

35 Missive van het college ter admiraliteit op de Maas geschreven te Rotterdam inhoudende dat wanneer zijn door hun officieren te Lommel waren geïnformeerd dat door Servaas la Tour en enige andere voerlieden met veel redenen werd geklaagd over het belemmeren van de passage daar langs heen, doordat de zgn. heerbaan genoegzaam onbruikbaar was en de akker- en leiweg in het gehucht het Einde die in plaats van de heerbaan doorgaans werd gebruikt sedert enige tijd met een draaiboom is afgesloten en dat men geen moeite had gespaard om de draaiboom af te breken en de passage weer vrij te laten doch dat de geërfden zich hadden beroepen op een resolutie dd. 26 april 1728 waarin stond dat geen karren langs die wel zouden mogen rijden [met details].

19 Akte mbt Paulus Gysberti ontvanger der konvooien en licenten te Lommel die de leeftijd van 76 jaren had bereikt en 52 jaren die post van ontvanger heeft bediend met alle getrouwheids en ijver en benoemd werd als assistent ontvanger of adjunct Ewoud Charl Bisdom met recht van opvolging na het overlijden van Paulus Gysberti.

41 Missive van de schepenen van ’s-Hertogenbosch inhoudende dat na dat op 21 april van dit lopende jaar te Lommel in kwartier Kempenland gevangen was genomen een zekere manspersoon geboortig van Ham in het land van Luik oud omtrent 30 à 40 jaar die in hechtenis is ter recht gekomen binnen ’s-Hertogenbosch en dat tegen hem op 27 april 1775 een decreet van apprehensie is verleend en het Hoog Officie extra-ordinair heeft geprocedeerd tegen deze persoon die inmiddels bekend heeft en daarop is recht verzocht want het gaat hier om iemand die tot tweemaal toe een diefstal heeft gepleegd, de eerste keer van een bijenkorf met levende bijen uit een bijenhal te Dommelen en de tweede keer een bijenkort met levende bijen iit een bijenhal te Exel in het land van Luik en dat hij zondigend tegen het plakkaat van 27 maart 1745 aan een misdaad met de dood strafbaar schuldig was; dat zij echter in aanmerking hebben genomen dat hij vanwege zijn geringe mate van verstand zo niet onnozelheid geen voorwerp van enige doosstraf zou kunnen zijn en nu met grote meerderheid van stemmen en na rijpe beraadslaging hebben de Bossche schepenen besloten de gevangene voor de rest van zijn leven op te sluiten in een tuchthuis maar daarvoor was goedkeuring nodig van de Ho: Mo: op basis van een resolutie van 27 april 1767 en ze dienen daartoe een verzoek in met tevens de opmerking of de onkosten van dit confinement verhaald mogen worden ten laste van het kwartier Kempenland of ten laste van de gezamenlijke vier Meierijse kwartieren; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.