Notaris-, schepen- en andere akten

5/011 Petrus Joannes Martinus Hermans, wethouder der Stad Grave verkoopt openbaar als lasthebber van Margaretha Amalia Theodore Adolphine von der Bourg, weduwe van Antoon Theodore de Ruijter, in leven lid van de Raad der stad, rentenierster te Grave, een in volle werking zijnde, beklante en sinds meer dan een halve eeuw met goed succes gedreven bierbrouwerij van ouds genaamd de Luijksche Brouwerij, bestaande uit een gebouw met twee ketels, koel-, mout-, kuip- en lekbakken; twee watervrije kelders waarvan de een uitkomt onder de koepel, gelegen in de Maasstraat nabij de Maaspoort te Grave, sectie B 540. De koop is belast met een uitkering van 175 gulden voor losse gereedschappen die gedeeltelijk aan de huidige huurder met name Jacobus Petrus van Clarenbeek, bierbrouwer te Grave toebehoren. Verder wordt verkocht een schuur of pakhuis met twee verdiepingen en ruime zolders waarin thans de mouterij is en een nette en smaakvolle koepel met de uitgang aan de Stadswal en een riant uitzicht op de Maas, voorzien van een behangen kamer met stookplaats en zolder. Koper voor 4046 gulden is Adrianus Theodorus Pieck, grondeigenaar en landbouwer te Beesd, die verklaarde de aankoop gedaan te hebben voor Johanna Henrica van Zelst, weduwe van Cornelis Pieck, landbouwster te Beesd, die als voogdesse en moeder van haar nog minderjarige zoon Johannes Theodorus Henricus Pieck, de koop voor haar zoon aanneemt.

77/082 Op verzoek van Ghisbertus Franciscus Julianus Verzijl, praktiserend advocaat, wonend in de Belliardstraat 2 te Brussel als lasthebber van Auguste Joseph Ghislain baron d’Overschie de Neerijssche, grondeigenaar wonende te Neerijssche in België, openbaar verkopen van de uiterwaard de Ondiepen bij den Tempel aan de Maas te Overasselt. Verkoper aangekomen als enige erfgenaam van zijn vader Maximilien Emmanuel Marie Joseph baron d’Overschie de Neerijssche, overleden te Brussel op 30-05-1819. Er wordt 18.000 gulden geboden, maar de verkoop wordt opgehouden. Franstalige machtiging is bijgevoegd.

14/021 Op verzoek van Clasina Maria Prinsen, zonder beroep te Grave; Reinier Prinsen, logementhouder te Grave als vader en voogd van zijn nog vijf minderjarige kinderen uit zijn huwelijk met wijlen Petronella Bexkens, met namen Henrietta Gerardina; Johanna Allegonda Theodora, Theodora Henrica, Maria Clasina Francisca en Emelia Constantia; Johannes Bexkens, koopman te Grave als toeziend voogd; openbaar verkopen van een huis en erf in de Klinkerstraat te Grave, wijk A 39; sectie B 479; verkopers aangekomen door boedelscheiding op 05-08-1843 voor deze notaris; koper is Johannes Bexkens, koopman te Grave voor 1445 gulden.

108 Petrus Nicolaas Mevesen, rentenier te Grave, verkoopt voor 1600 gulden aan Christina Hermina Mevesen, zonder beroep te Grave, een schuldbekentenis ter waarde van 2000 gulden ten laste van de heren Johan Daniel van Gote, burgemeester; Willem Keijenberg, stadsontvanger; Petrus Johannes Martinus Hermans, zaagmolenaar; Fredericus Franciscus van Roer, postmeester en Willem Abraham Hendrik van Tuerenhout, allen wonende te Grave, als commissarissen der Societeit tot Nut en Vermaak te Grave. Opgemaakt voor notaris de Bruijn te Beers op 27-01-1841. Onderpand is een huis, hof en erf in de Hoofsche Straat te Grave, wijk C 120, sectie B 188.